Door naar volgend hoofdstuk

Het Rijksvaccinatieprogramma is een publiek programma dat uitgevoerd wordt door de organisaties van de overheid (zoals de GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)’en) of door de overheid aangewezen jeugdgezondheidszorgorganisaties.

In de Wet publieke gezondheid is vastgelegd dat de uitvoering van het RVP Rijksvaccinatieprogramma (Rijksvaccinatieprogramma) wordt gedaan door de uitvoerder van de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg) of onder verantwoordelijkheid van de uitvoerder van de JGZ. De JGZ is immers de expert op dit gebied en is volledig toegerust voor de uitvoering van het RVP. De JGZ krijgt de RVP-vaccins door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) geleverd en heeft de systemen voor registratie in het juiste dossier en de doorgifte naar het landelijke registratiesysteem van het RIVM (mits ouders en/of jongere hiervoor toestemming hebben gegeven). Ook heeft de JGZ de ervaring met voorlichting, informatieverstrekking en de gespreksvoering over het RVP met de doelgroep.

Soms verloopt het toch anders:

  • Kinderen die langdurig in het ziekenhuis verblijven kunnen daar onder verantwoordelijkheid van de kinderarts gevaccineerd worden. Dit betreft met name prematuren. Zie addendum Prematuren en kinderen met specifieke aandoeningen voor de praktische aspecten van het vaccineren en de RVP-richtlijn Vaccineren van prematuren in het kader van het RVP voor praktische aspecten en de achtergrondinformatie.
  • In toenemende mate wordt samenwerking gezocht tussen de JGZ en andere afdelingen van de GGD om de vaccinatiestatus van kinderen, jongeren en zwangeren verder te verbeteren. Zie paragraaf RVP-vaccinaties gegeven door GGD onder verantwoordelijkheid van de JGZ hieronder.
  • Daarnaast zijn er kinderen bij wie het de voorkeur heeft dat ze door een andere professional dan een JGZ-professional gevaccineerd worden. Dit gaat om uitzonderlijke situaties en betreft vooral kinderen met een extreme prikangst of verblijvend in een instelling. Zie paragraaf RVP-vaccinaties gegeven door andere professionals dan JGZ-professionals of kinderartsen en -verpleegkundigen.

RVP-vaccinaties gegeven door GGD onder verantwoordelijkheid van de JGZ

De JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg) is volledig verantwoordelijk voor de uitvoering van het RVP Rijksvaccinatieprogramma (Rijksvaccinatieprogramma), inclusief alle vaccinaties die vanuit het RVP gegeven worden (inclusief de cold chain), de voorlichting en de registratie. RVP-vaccinaties kunnen bij uitzondering door andere GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)-professionals dan de JGZ worden gegeven, bijvoorbeeld op een reizigerspoli of een soapoli van de GGD. Goede lokale afspraken tussen de JGZ en infectieziektebestrijding (IZB), soapoli en/of reizigerspoli zijn nodig om correcte vaccinatie, registratie hiervan en informatievoorziening/voorlichting hierover te waarborgen.

Voor RVP-vaccinaties die buiten de JGZ door andere GGD-professionals worden gegeven, geldt:

  • Voor RVP-vaccinaties wordt bij voorkeur verwezen naar de JGZ.
  • De JGZ blijft altijd eindverantwoordelijk voor RVP-vaccinaties, inclusief de bijbehorende taken. Dat betekent dat medewerkers van andere afdelingen geen toegang hebben tot het DD JGZ om daar zelf de toegediende RVP-vaccinaties rechtstreeks in te registreren. De toediening wordt doorgegeven aan de JGZ voor registratie.
  • Kaders toediening: RVP-vaccinaties worden alleen toegediend binnen de kaders  van het RVP (leeftijd, geslacht en intervallen), zoals beschreven in de RVP-richtlijn Uitvoering.
  • Registratie: RVP-vaccinaties moeten altijd door de JGZ in het dossier van het kind, de zwangere of de jongere worden geregistreerd. Hiervoor wordt het vaccinatieregistratieformulier niet gebruikt. Er moet dus toestemming zijn van ouders, de jongere of de zwangere om de gegevens van de RVP-vaccinaties door te geven aan de JGZ. Geen toestemming voor gegevensoverdracht naar de JGZ betekent bij de GGD dus geen RVP-vaccinatie buiten de JGZ.
  • Vaccinaties die gelijkwaardig zijn aan een RVP-vaccin, maar daar geen onderdeel van zijn en elders zijn gegeven, worden bij voorkeur geregistreerd in het cliëntdossier bij het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Deze melding gaat via het digitale vaccinatieregistratieformulier (voorheen blauwerandkaart), met vermelding dat het geen RVP-vaccin betreft. Dat kan alleen als ouder(s) en/of jongere toestemming hebben gegeven voor uitwisseling van vaccinatiegegevens met persoonsgegevens tussen de JGZ en het RIVM.
  • Voorbeelden:
     
    • DKTP Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Poliomyelitis (Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Poliomyelitis)-vaccinatie voor een zwangere die tijdens de zwangerschap naar een land reist waar bescherming tegen poliomyelitis belangrijk is;
    • MenACWY-vaccinatie buiten de vastgestelde leeftijdskaders van het RVP.
       
  • Voorlichting: Bij toediening van een RVP-vaccin wordt altijd de voorlichting gegeven passend bij de vaccinatie. Indien van toepassing wordt het bijbehorende informatiemateriaal verstrekt (bijvoorbeeld de folder over de maternale DKT Difterie Kinkhoest en Tetanus (Difterie Kinkhoest en Tetanus)-vaccinatie en het vaccinatiebewijs).
  • Eventueel benodigde vaccinatiestatusgegevens die nodig zijn voor de indicatiestelling van RVP-vaccinaties kunnen opgevraagd worden bij de JGZ-organisatie waarmee de afspraken gemaakt zijn of het regionale DVP-kantoor, mits ouders en/of de jongere hiervoor toestemming hebben gegeven. Indien dit laatste gebeurt, moeten altijd de NAW-gegevens, geboortedatum en het BSN Burger Service Nummer (Burger Service Nummer) van de gevaccineerde worden doorgegeven.
  • RVP-vaccins kunnen alleen door de JGZ bij DVP besteld worden en worden alleen geleverd aan RIVM/DVP-bekende koelkastlocaties van JGZ-instellingen. Dezelfde vaccins afkomstig uit een niet-JGZ koelkast worden niet vergoed (voor HPV Humaan Papilloma Virus (Humaan Papilloma Virus)-vaccinaties via soapoliklinieken, zie hieronder). Het vaccin mag niet voor andere doeleinden dan het RVP gebruikt worden.
  • De cold chain moet altijd gegarandeerd zijn en worden gemonitord. Transport van vaccins naar andere locaties moet tot een minimum beperkt worden om risico’s op onderbreking van de cold chain te vermijden.

Bijzondere situaties

Als het bij de JGZ niet lukt, is in zeer uitzonderlijke situaties vaccinatie mogelijk bij een bekende huisarts of op een speciale polikliniek, bijvoorbeeld voor mensen met ernstige prikangst, ernstig autisme of een meervoudige handicap. In deze uitzonderlijke situaties kan de JGZ overleggen met de medisch adviseur (en/of de regiomanager) hoe dit het beste voor RVP-vaccinaties georganiseerd kan worden.

Financiering

De uitvoering van het RVP, met uitzondering van de aanschaf en levering van de vaccins, wordt volgens de Wpg gefinancierd vanuit het door de overheid beschikbaar gestelde budget aan de gemeente. Nieuwe vaccinaties vormen hierop tijdelijk een uitzondering, zoals bijvoorbeeld de maternale griepvaccinatie en de rotavirusvaccinatie. De verrichting van deze nieuwe vaccinaties wordt voorlopig nog per geregistreerde vaccinatie aan de JGZ uitbetaald (niet aan andere uitvoerenden).

Maternale DKT-vaccinatie voor zwangeren die op reis gaan

Sinds december 2019 worden zwangeren vanuit het RVP vanaf de 22e week van de zwangerschap gevaccineerd tegen kinkhoest met het DKT-vaccin Boostrix. Het kind is dan vanaf de geboorte optimaal beschermd tegen kinkhoest. Deze vaccinatie mag vanaf 13 weken amenorroeduur (AD) worden gegeven vanuit het RVP. De effectiviteit is niet aangetoond bij vaccinatie vóór 13 weken AD.

Als een zwangere op reis gaat en een indicatie heeft voor een tetanusvaccinatie, kan bij reizen naar landen zonder poliorisico de DTP Difterie, Tetanus en Poliomyelitis (Difterie, Tetanus en Poliomyelitis)-vaccinatie vanaf 13 weken AD worden vervangen door een DKT uit het RVP. De zwangere wordt indien mogelijk voor de DKT-vaccinatie verwezen naar de JGZ voor vaccinatie en informatie over het RVP voor het kind na de geboorte.

Als er weinig tijd is, kan de DKT-vaccinatie uit het RVP ook op de reizigerspoli worden gegeven. Vaccinatie gebeurt in samenwerking met de JGZ waar de vaccinatie geregistreerd dient te worden. De verrichting van de maternale DKT-vaccinatie wordt dan uitbetaald door het RIVM aan de JGZ. Bij deze vaccinatie hoort ook het overhandigen van de folder over de vaccinatie en een vaccinatiebewijs. Als er al een vaccinatieboekje voor reizigersvaccinaties beschikbaar is of wordt uitgereikt, wordt de DKT daarin geregistreerd en niet op een apart vaccinatiebewijs.

Zwangeren die vanaf 13 weken AD reizen naar een land met poliorisico kunnen het best een DKTP-booster ontvangen. De DKTP is vanuit het RVP niet geïndiceerd in het kader van de maternale DKT-vaccinatie en kan dus alleen op eigen kosten worden gegeven. Omdat deze vaccinatie gelijkwaardig is aan de DKT-vaccinatie in het kader van de maternale DKT-vaccinatie binnen het RVP, is het zeer wenselijk dat deze vaccinatie via het digitale vaccinatieregistratieformulier bij het RIVM in het RVP-dossier van de zwangere wordt geregistreerd.

Bij zwangeren die op reis gaan en minder dan 13 weken zwanger zijn, wordt een DTP (op eigen kosten) geïndiceerd zoals altijd en geadviseerd om later in de zwangerschap een DKT bij de JGZ te halen. Deze DTP-vaccinatie hoeft niet  te worden geregistreerd bij de JGZ of het RIVM, het mag wel.

Vervroegde BMR Bof, Mazelen en rodehond (Bof, Mazelen en rodehond)-vaccinatie voor reizen

Kinderen die reizen naar landen of gebieden waar een verhoogd risico is voor het oplopen van mazelen kunnen vanaf de leeftijd van 6 maanden worden gevaccineerd met een BMR-vaccin uit het RVP (BMR0). Zie Rijksvaccinatieprogramma.nl voor de actuele landenlijst. Op de leeftijd van 6 tot 12 maanden is dit een extra vaccinatie die na de leeftijd van 12 maanden moet worden herhaald.

De BMR-vaccinatie uit het RVP wordt bij voorkeur bij de JGZ gegeven, maar kan ook op de reizigerspoli van de GGD gegeven worden. De vaccinatiegegevens worden dan doorgegeven aan de JGZ om daar in het dossier van het kind te worden geregistreerd. Er moet dan wel toestemming zijn voor gegevensoverdracht naar de JGZ. Als ouders toestemming hebben gegeven voor de uitwisseling van vaccinatiegegevens met persoonsgegevens tussen de JGZ en het RIVM, komt de registratie ook automatisch bij het RIVM terecht. Indien mogelijk wordt de vaccinatie ook geregistreerd op het RVP-vaccinatiebewijs van het kind.

Inhalen van andere RVP-vaccinaties buiten de JGZ

Tijdens een consult bij de reizigerspoli van de GGD kan naar voren komen dat een kind/jongere niet alle vaccinaties heeft gehad volgens het RVP-schema. Voor reizen wordt geadviseerd om minimaal gevaccineerd te zijn volgens het RVP. Voor het inhalen van de missende vaccinaties wordt bij voorkeur verwezen naar de JGZ. Indien dit niet (tijdig) mogelijk is, dan mogen de benodigde missende RVP-vaccinaties op de reizigerspoli worden gegeven. Vaccinatiestatusgegevens kunnen worden opgevraagd bij de JGZ waarmee de afspraken gemaakt zijn, of bij het regionale DVP-kantoor. De RVP-vaccinaties moeten geregistreerd worden in het dossier bij de JGZ. Als gelijkwaardige niet-RVP vaccinaties op eigen kosten worden gegeven, kunnen ze worden doorgegeven aan het RIVM via een digitaal vaccinatieregistratieformulier, met vermelding dat het geen RVP-vaccin betreft. Het is wenselijk dat dit gebeurt, maar ouders/jongeren moeten hier wel toestemming voor geven.

De vaccinaties dienen zo mogelijk ook op het RVP-vaccinatiebewijs van het kind te worden geregistreerd. De vaccinaties dienen gepaard te gaan met passende informatievoorziening. Voor het inhalen van aanvullende missende RVP-vaccinaties na de reis wordt verwezen naar de JGZ. Er mogen vanuit het RVP geen ‘extra’ vaccinaties tegen polio of meningokokken worden gegeven waarvoor een indicatie geldt voor een reis en die buiten de kaders van het RVP vallen. Deze vaccinaties kunnen eventueel vervroegd worden toegediend binnen de kaders van het RVP. Zie addendum Vaccinaties voor kinderen die reizen naar het buitenland. Extra vaccinaties worden alleen op eigen kosten gegeven en hoeven niet geregistreerd te worden bij de JGZ of het RIVM, het mag wel.

HPV-vaccinatie op de soapoli van de GGD

Jongeren hebben vanaf het jaar dat ze 10 worden tot hun 18e verjaardag recht op HPV-vaccinaties uit het RVP. Op de soapoli worden soms jongeren van deze leeftijd gezien die nog één of meerdere HPV-vaccinaties missen. Bij voorkeur worden deze jongeren verwezen naar de JGZ om hun HPV-vaccinaties in te halen, maar dat blijkt in de praktijk niet altijd haalbaar. In samenwerking met de JGZ kunnen de HPV-vaccinaties dan uit het RVP op de soapoli worden gegeven. De vaccinaties moeten wel geregistreerd worden bij de JGZ. Er moet dus toestemming zijn voor gegevensoverdracht naar de JGZ en anonimiteit is dan niet mogelijk.

Er dient voldoende aandacht te worden gegeven aan de voorlichting over de vaccinatie. Er dient ook gestreefd te worden naar het voltooien van de geïndiceerde vaccinatieserie binnen de gewenste termijn van 1 jaar. Eventuele benodigde vervolg HPV-vaccinaties worden bij voorkeur door de JGZ gegeven, maar kunnen ook op de soapoli worden gegeven als verwacht wordt dat de betreffende persoon hiervoor niet naar de JGZ zal gaan. Het is dan wel belangrijk dat er ook aandacht is voor andere mogelijk ontbrekende RVP-vaccinaties zoals DTP-, BMR- en MenACWY-vaccinaties. Bij het regionale DVP-kantoor kunnen gegevens opgevraagd worden over de vaccinatiestatus van deze jongeren voor het indiceren van de missende HPV-vaccinaties, als ouders en/of jongere toestemming hebben gegeven voor het uitwisselen van vaccinatiegegevens met persoonsgegevens tussen de JGZ en het RIVM.

De vaccinvoorziening kan geregeld worden met de JGZ en de regiomanager van DVP, zodat deze eventueel gecombineerd kan worden met leveringen van HepB-vaccins door DVP aan soapoli’s.

In het kader van de HPV18+ inhaalcampagne krijgen de jongvolwassenen uit de geboortecohorten 1996 t/m 2003, die één HPV-vaccinatie gehad hebben, in 2023 tot 1 juni 2024 de mogelijkheid om de tweede te halen. Cohorten 2004 en 2005 zijn oorspronkelijk uitgenodigd door de JGZ. Spijtoptanten uit cohorten 2004 en 2005 die zichzelf bij de GGD/HPV18+ melden, mogen ook een HPV-vaccinatie toegediend krijgen. Zie addendum HPV18+ vaccinatiecampagne. De inhaalcampagne tot 18 jaar in 2023 is afgerond. De jongeren uit de cohorten die in 2023 zijn uitgenodigd (2005, 2007, 2010, 2011, 2013) krijgen in 2024 nog wel een uitnodiging voor de laatste vaccinatie om de vaccinatieserie af te maken bij de JGZ, indien van toepassing. 

RVP-vaccinaties gegeven door andere professionals dan JGZ-professionals of kinderartsen en -verpleegkundigen

Als het bij de JGZ niet lukt, is in zeer uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld bij ernstig autistische of meervoudig gehandicapte kinderen, vaccinatie mogelijk bij een bekende huisarts, een bekende instellingsarts of op een speciale polikliniek voor mensen met ernstige prikangst. Zie ook de RVP-richtlijn vaccinbeheer.

Voor RVP-vaccinaties die buiten de JGZ, door andere professionals worden gegeven, geldt:

  • Kaders toediening: RVP-vaccinaties worden alleen toegediend binnen de kaders (leeftijd, geslacht en intervallen) van het RVP, zoals beschreven in de richtlijn Uitvoering RVP.
  • Vaccinlevering: RIVM/DVP kan alleen RVP-vaccin leveren in originele verpakking. Dat betekent dat het vrijwel altijd multidoses betreft. RIVM-DVP kantoor regio West bevoorraadt de polikliniek voor mensen met prikangst in Amersfoort. In vrijwel alle andere gevallen gaat het om individuele vaccinaties en zou vaccinlevering door DVP tot onnodig vaccinverlies leiden. Daarom heeft het de voorkeur dat de JGZ-organisatie die normaliter zou vaccineren, de betreffende huisarts, tandarts, instellingsarts of arts op de angstpoli van vaccin voorziet. Dit kan voor deze incidentele gevallen onderling geregeld worden.
  • Transport van vaccin in een (gevalideerde) koelbox moet zo kort mogelijk duren. De cold chain moet altijd gegarandeerd zijn.
  • Het vaccin wordt zo snel mogelijk na transport gebruikt.
  • Voorlichting bij toediening van een RVP-vaccin: Indien van toepassing wordt het bijbehorende informatiemateriaal verstrekt, bijvoorbeeld de folder over de maternale DKT-vaccinatie en het vaccinatiebewijs.
  • Vaccinatiestatusgegevens die nodig zijn voor de indicatiestelling van RVP-vaccinaties kunnen opgevraagd worden bij de JGZ-organisatie of het regionale DVP-kantoor, mits ouders en/of jongere hiervoor toestemming hebben gegeven. Indien dit laatste gebeurt, moeten altijd de NAW-gegevens, geboortedatum en het BSN van de gevaccineerde worden doorgegeven.
  • Registratie van de RVP-vaccinaties vindt bij voorkeur plaats in het DD JGZ door de JGZ. Dit kan als er toestemming is van ouders, de jongere of de zwangere aan de uitvoerende arts om de gegevens van de RVP-vaccinaties door te geven aan de JGZ. De gegevens worden dan automatisch bij het RIVM geregistreerd, als ouder(s) en/of jongere toestemming hebben gegeven voor uitwisseling van vaccinatiegegevens met persoonsgegevens tussen JGZ en het RIVM. Als de vaccinaties niet in het DD JGZ geregistreerd worden, kan registratie wel bij het RIVM in plaatsvinden via het digitale vaccinregistratieformulier als de betrokkene/gevaccineerde daar toestemming voor geeft. Ook verzorgt de uitvoerende arts de registratie in het RVP-vaccinatiebewijs.