3.1 De onderbouwing van het RVP en recente wijzigingen van het programma
De minister van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) beslist over de samenstelling van het RVP (Rijksvaccinatieprogramma), daartoe geadviseerd door de Gezondheidsraad. De Gezondheidsraad komt tot haar advies op basis van beoordeling naar de stand van de wetenschap en gegevens over het voorkomen van de doelziekte in Nederland.
Per 1 januari 2024 hanteert de GR een herzien beoordelingskader voor vaccinaties in vaccinatieprogramma’s, zoals het RVP (Gezondheidsraad december 2023). Aanleiding hiervoor was de constatering van de GR dat de tot dan toe gehanteerde criteria uit 2013 inmiddels ontoereikend zijn geworden voor de vaccins die momenteel en waarschijnlijk in de komende jaren tot de markt worden toegelaten.
Het herziene kader omvat vijf beoordelingscriteria waaraan voldaan moet worden om positief over vaccinatie te kunnen adviseren. Naast deze beoordelingscriteria zijn er onderwerpen die verband houden met de vaccinaties en die meegewogen moeten worden in het uiteindelijke advies. De beoordelingscriteria en deze additionele overwegingen en aandachtspunten vormen tezamen het herziene beoordelingskader voor vaccinaties.
De vijf beoordelingscriteria zijn:
Ernst en omvang van de ziekte
De infectieziekte leidt tot een aanmerkelijke ziektelast: de infectieziekte is ernstig voor individuen, en/of de infectieziekte treft (potentieel) een omvangrijke groep.
Doel van de vaccinatie
Voor de vaccinatie wordt een (of meerdere) doel(en) gedefinieerd. Voorbeelden van doelen zijn verminderen van de ziektelast, uitbannen van een ziekte (eradicatie of eliminatie), groepsbescherming in stand houden, indirecte bescherming van risicogroepen, of vaccinatie vanwege maatschappelijk belang, zoals voorkomen van de ontwrichting van de zorg of maatschappij. Ook alternatieven voor vaccinatie, zoals immunisatie of hygiënemaatregelen, worden overwogen.
Effectiviteit van de vaccinatie
Het vaccin is effectief in het voorkomen van ziekte of reduceren van symptomen.
Veiligheid van de vaccinatie
Eventuele nadelige gezondheidseffecten van de vaccinatie (bijwerkingen) doen geen belangrijke afbreuk aan de gezondheidswinst.
Aanvaardbaarheid van de vaccinatie
De last die een individu ondervindt door de afzonderlijke vaccinatie en door het totale vaccinatieprogramma staat in een redelijke verhouding tot de gezondheidswinst voor de persoon zelf en de bevolking als geheel.
Hieronder staan de adviezen van de Gezondheidsraad vermeld, die sinds 2007 de onderbouwing voor het RVP vormen en geleid hebben tot aanpassingen van het RVP. Ook andere besluiten met invloed op het RVP worden beschreven.
Om positief over vaccinatie te kunnen adviseren, moet aan deze vijf beoordelingscriteria worden voldaan.
De additionele overwegingen en aandachtspunten zijn:
Kosteneffectiviteit
De Gezondheidsraad beschrijft de beschikbare kosteneffectiviteitsanalyses en gebruikt die, indien van toepassing, bij de afweging van verschillende vaccins en vaccinatieschema’s.
Uitvoering
De Gezondheidsraad adviseert soms over de uitvoering of onderdelen daarvan, bijvoorbeeld op medisch-inhoudelijke gronden of vanwege specifieke vaccineigenschappen of moeilijk te identificeren doelgroepen.
Deelname en draagvlak
De Gezondheidsraad streeft ernaar in haar advisering inzicht te verschaffen in draagvlak voor en verwachte deelname aan nieuw in te voeren vaccinaties. Waar nodig kan in de advisering worden ingegaan op de inzet van opkomstverhogende interventies.
Vaccinatie naast bestaande programma's
Wanneer wordt geadviseerd om een vaccinatie niet via een publiek programma aan te bieden, kan vaccinatie wel aangewezen zijn voor specifieke doelgroepen of individuen. De Gezondheidsraad beschrijft zo goed mogelijk wanneer dit aan de orde is en om welke groepen het dan zou kunnen gaan.
Vaccinatieaanbod in het buitenland
De Gezondheidsraad presenteert doorgaans een overzicht van de inzet van de vaccinatie in het buitenland. Waar mogelijk en relevant brengt de Gezondheidsraad de verschillen tussen landen in beeld, om duiding te geven aan de overwegingen in Nederland en in buurlanden.
Vervolgadvisering
Er kunnen redenen zijn om een advies te heroverwegen, bijvoorbeeld veranderingen in het aantal ziektegevallen, de beschikbaarheid van nieuwe vaccins of nieuwe wetenschappelijke inzichten over vaccins of vaccinaties. De Gezondheidsraad geeft aan of dat speelt, om welke vaccinatie het gaat en, indien mogelijk, op welke termijn het advies wordt aangepast.
Hieronder staan de adviezen van de Gezondheidsraad vermeld, die sinds 2007 de onderbouwing voor het RVP vormen en geleid hebben tot aanpassingen van het RVP. Ook andere besluiten met invloed op het RVP worden beschreven.
2007
Het advies van de Gezondheidsraad was in 2007 om de vaccinaties tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, invasieve infecties met Haemophilus influenzae type b, bof, mazelen, rodehond (rubella), invasieve ziekte door meningokokken C en invasieve ziekte door pneumokokken bij kinderen, hepatitis B-vaccinatie voor kinderen van dragers en kinderen van ouders uit risicolanden te handhaven (Gezondheidsraad 2007).
2008
Aan de hand van zeven criteria adviseerde de Gezondheidsraad in 2008 vaccinatie tegen humaanpapillomavirus (HPV (Humaan Papillomavirus)) te introduceren voor meisjes op de leeftijd van 12 jaar (Gezondheidsraad 2008).
2009
In 2009 adviseerde de Gezondheidsraad vaccinatie van alle zuigelingen tegen hepatitis B, waarmee het apart vaccineren van kinderen van ouders uit risicolanden kwam te vervallen (Gezondheidsraad 2009).
2010
Door het op de markt komen van twee nieuwe pneumokokkenvaccins (PCV10 en PCV13) en het verdwijnen van het vaccin dat in het RVP gebruikt werd (PCV7), bracht de Gezondheidsraad in 2010 een advies uit over de keuze van het pneumokokkenvaccin (Gezondheidsraad 2010). De conclusie was dat met beide vaccins een goede bestrijding van pneumokokkenziekte via het RVP mogelijk was. We gebruiken nu PCV10-vaccin.
2013
In 2013 bracht de Gezondheidsraad opnieuw advies uit over de pneumokokkenvaccinatie (Spijkerman 2013, Gezondheidsraad 2013). Uit onderzoek was gebleken dat bij een hoge vaccinatiegraad en de inmiddels in Nederland opgebouwde groepsbescherming een serie van 3 in plaats van 4 vaccinaties goede bescherming biedt tegen pneumokokkenziekte.
2014
In 2014 is de bijsluitertekst van het HPV-vaccin (Cervarix) gewijzigd: als een meisje voor de 15e verjaardag de eerste vaccinatie krijgt, zijn twee vaccinaties voldoende (Puthanakit 2013, Romanowski 2013).
2015
Eind 2015 heeft de Gezondheidsraad het dossier uitgebracht ‘Vaccinatie tegen kinkhoest: doel en strategie‘. Bij het inentingsbeleid, met de eerste prik rond de leeftijd van twee maanden, blijven de allerjongsten onbeschermd tegen kinkhoest. Tegelijkertijd zijn zij het meest kwetsbaar voor de ziekte en kunnen zij er zelfs aan sterven. De Gezondheidsraad vindt dat effectieve en veilige aanvullende bescherming kan komen van antistoffen via de moeder en adviseert dan ook om zwangeren tijdens de zwangerschap tegen kinkhoest te vaccineren.
2018
In 2018 is gestart met de MenACWY-vaccinatie. Dit betrof een maatregel om een uitbraak te bestrijden en is daarom niet via de gebruikelijke route van een Gezondheidsraadadvies gegaan, maar op advies van een deskundigenberaad. De maatregel was daarom ook formeel geen onderdeel van het RVP.
Eind 2018 heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht over opname van de MenACWY-vaccinatie in het RVP in 2020.
Eind 2018 heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht over het vaccinatieschema van zuigelingen na maternale kinkhoestvaccinatie. Als een moeder tijdens de zwangerschap gevaccineerd is, is haar kind vanaf de geboorte ook beschermd. Daardoor kan de eerste vaccinatie worden uitgesteld en het aantal doses in de primaire serie worden verminderd van 3 naar 2.
2019
In 2019 heeft de Gezondheidsraad geadviseerd om ook jongens te vaccineren tegen HPV, omdat infectie met het virus kan leiden tot verschillende vormen van kanker bij jongens en meisjes. Daarnaast is een vaccinatie het meest effectief als het op jonge leeftijd wordt toegediend. Dit advies is in 2021 voorbereid en in 2022 geïmplementeerd. Vanaf 2022 wordt de vaccinatie zowel aan jongens als aan meisjes aangeboden in het jaar dat ze 10 worden.
2020
In oktober 2020 heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht over vaccinatie tegen waterpokken. In Europees Nederland is de ziektelast van waterpokken laag. Vrijwel alle kinderen krijgen voor ze 5 jaar oud zijn waterpokken en de infectie verloopt in verreweg de meeste gevallen zonder complicaties. In Caribisch Nederland is de ziektelast wel hoog genoeg om vaccinatie te overwegen. Omdat vaccinatie effectief en voldoende veilig is, adviseert de commissie deze op te nemen in het RVP op de BES-eilanden.
2021
In juni heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht over vaccinatie tegen rotavirus. De ziektelast door rotavirusinfecties geeft voldoende aanleiding om vaccinatie te overwegen. Universele vaccinatie tegen rotavirus is effectief en leidt tot groepsbescherming. Bij vaccinatie van alleen risicogroepen is de effectiviteit minder duidelijk. Het risico op een darminvaginatie na rotavirusvaccinatie is uiterst klein. In 2022 heeft het ministerie van VWS besloten de universele vaccinatie tegen rotavirus op te nemen in het RVP en vanaf 2024 wordt de vaccinatie aangeboden aan zuigelingen geboren vanaf 1-1-2024.
2022
In augustus 2022 heeft de Gezondheidsraad geadviseerd om bij vaccinatie tegen HPV van mensen van 15 jaar en ouder over te gaan van 3 naar 2 doses. Het effect van vaccinatie met 2 in plaats van 3 doses is voldoende robuust en overtuigend. Voor jongeren tot 15 jaar blijft het aantal doses ongewijzigd: voor deze groep wordt geadviseerd om vast te houden aan 2 doses.
In september heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht over de optimalisatie van het schema van het Rijksvaccinatieprogramma. De commissie adviseert alle vaccinaties in het RVP te behouden. Daarnaast adviseert ze voor een aantal vaccinaties het moment waarop ze worden gegeven te verschuiven. Daarmee is een optimale bescherming beter gegarandeerd. Het betreft de volgende wijzigingen:
- De revaccinatie van de DKTP (Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Poliomyelitis)-Hib-HepB en Pneu verschuift van 11 naar 12 maanden.
- De DKTP-booster wordt een DKT (Difterie Kinkhoest en Tetanus)-booster en verschuift van 4 naar 5-6 jaar.
- De BMR2 verschuift van 9 naar 2-4 jaar.
- De DTP (Difterie, Tetanus en Poliomyelitis)-booster verschuift van 9 naar 14 jaar.
2023
Kinderen krijgen nu het pneumokokkenvaccin Synflorix (PCV10), werkzaam tegen tien typen. Doordat dit vaccin goed heeft gewerkt, veroorzaken de pneumokokkentypen waar dat vaccin tegen beschermt bijna geen ziekte meer. Andere conjugaatvaccins die voor kinderen beschikbaar zijn, PCV13 en het PCV15, kunnen wel bescherming bieden tegen een groot deel van de pneumokokkentypen die momenteel de meeste ziektegevallen veroorzaken. De Gezondheidsraad heeft in juni geadviseerd om kinderen PCV13 of PCV15 te geven. Naar verwachting kan dit medio 2024 gerealiseerd worden.
2024
Medio 2024 wordt voor de pneumokokkenvaccinatie overgegaan van het Synflorix(PCV10)-vaccin op het Vaxneuvance(PCV15)-vaccin. Dit vaccin biedt bescherming tegen een groter deel van de pneumokokkentypen. Zodra het nieuwe vaccin beschikbaar is, wordt eerst de Synflorix opgemaakt om vervolgens over te gaan op de Vaxneuvance.
3.2 Historisch overzicht RVP per vaccinsoort
Jaar | Wijziging RVP (Rijksvaccinatieprogramma)-schema DKTP, Hib en universele vaccinatie HepB |
Vaccin | Wijziging schema, leeftijden en cohort |
---|---|---|---|
1957 | Start RVP voor alle kinderen t/m 13 jaar Difterie (D) Kinkhoest (K) Tetanus (T) Polio (P) | DwKT en IPV (los vaccin) | Bij 3, 4, 5 en 11 mnd en inhaalmogelijkheid bij 4 jaar en 9 jaar |
1962 | DKTP en P in combinatievaccin | DwKTP | |
1965 | DTP (Difterie, Tetanus en Poliomyelitis)-boostervaccinaties | DTP | Bij 4 jaar en 9 jaar |
1993 | Haemophilus Influenzae type b (Hib) | Hib (los vaccin) | Bij 3, 4, 5 en 11 mnd Tegelijk met DKTP vanaf 1-4-1993 |
1999 | Vervroeging startleeftijd DKTP en Hib | DwKTP en Hib (los vaccin) | Bij 2, 3, 4 en 11 mnd vanaf cohort 1999 |
2001 | K-boostervaccinatie bij 4 jaar | aK-vaccin (los vaccin) | Bij 4 jaar tegelijk met DTP vanaf cohort 1998 |
2003 | DKTP en Hib in combinatievaccin | DwKTP-Hib | Vanaf cohort 2003 |
2005 | Vervanging whole-cell K-component door acellulair K-component | DaKTP-Hib | Vanaf cohort 2005 |
2006 | DKTP-boostervaccinatie bij 4 jaar combinatievaccin | DaKTP | Bij 4 jaar |
2011 | HepB voor alle kinderen in combinatievaccin met DaKTP en Hib | DaKTP-Hib-HepB | Bij 2, 3, 4 en 11 mnd vanaf 1-8-2011 |
2012 | Advies eerste vaccinaties zo vroeg mogelijk te geven ( 6-9 weken) i.v.m. kinkhoest | DaKTP-Hib-HepB | Bij 2 mnd |
2020 | Kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap | DKT (Difterie Kinkhoest en Tetanus) | Vanaf 22 weken zwangerschap, vanaf 16-12-2019 |
2020 | Na maternale K-vaccinatie een vaccinatie minder voor de zuigeling (onder voorwaarden) Vaccinatiemoment van 4 mnd naar 5 mnd |
DaKTP-Hib-HepB | Standaardschema: bij 3, 5 en 11 mnd Aangepast schema: bij 2, 3, 5 en 11 mnd vanaf 1-1-2020 |
2024 | Vaccinatiemoment van 1e revaccinatie van 11 maanden naar 12 maanden | DaKTP-Hib-HepB | Standaardschema: bij 3, 5 en 12 mnd Aangepast schema: bij 2, 3, 5 en 12 mnd, vanaf geboortecohort 2024 |
2024 | DKTP-booster bij 4 jaar wordt een DKT-booster tussen 5e en 6e verjaardag | DKT-booster | Vanaf cohort 2021 |
Jaar | Wijziging RVP-schema Hepatitis B |
Vaccin | Wijziging schema, leeftijden en cohort |
---|---|---|---|
1989 | HepB voor risicokinderen: kinderen van hepatitis B-dragers | HepB (+ HepB-Ig bij geboorte) | Bij 3, 4, 5 en 11 mnd (in Amsterdam bij 0, 1 en 6 mnd), vanaf cohort 1989 |
2003 | Wijziging schema | Bij 2, 4 en 11 mnd (in Amsterdam bij 0, 1 en 6 mnd) | |
2003 | HepB ook voor kinderen van ouders uit endemische landen | ||
2006 | Combinatievaccin met DaKTP en Hib | DaKTP-Hib-HepB | Bij 2, 3, 4 en 11 mnd, vanaf 1-4-2006 (in Amsterdam bij 0, 1 en 6 mnd tot okt 2010) |
2006 | HepB-0 voor kinderen van HepB-dragers | HepB (+ HepB-Ig) | Binnen 48 uur na geboorte |
2008 | HepB voor kinderen met trisomie 21 | DaKTP-Hib-HepB | Bij 2, 3, 4 en 11 mnd heel NL |
2011 | HepB voor alle kinderen (zie DKTP, Hib en universele vaccinatie HepB 2011) | DaKTP-Hib-HepB | Bij 2, 3, 4 en 11 mnd, vanaf cohort 1-8-2011 (heel NL) |
2020 | Twee schema’s naar aanleiding van implementatie maternale K-vaccinatie | DaKTP-Hib-HepB | Standaardschema: bij 3, 5 en 11 mnd Aangepast schema: bij 2, 3, 5 en 11 mnd Bij start vaccinatie vanaf 1-1-2020 |
2024 | Vaccinatiemoment van de revaccinatie van 11 naar 12 maanden | DaKTP-Hib-HepB |
Standaardschema: bij 3, 5 en 12 mnd Aangepast schema: bij 2, 3, 5 en 12 mnd, vanaf cohort 2024 |
Jaar | Wijziging RVP-schema Bof, mazelen en rodehond |
Vaccin | Wijziging schema, leeftijden en cohort |
---|---|---|---|
1974 | Rodehond (R) voor meisjes | Los rubellavaccin | Vaccinatie meisjes 11 jaar, vanaf cohort 1963 |
1976 | Mazelen (M) | Los mazelenvaccin | Bij 14 mnd, vanaf cohort 1975 |
1987 | Bof (B) BMR (Bof, Mazelen en rodehond) (voor jongens en meisjes) |
BMR-combinatievaccin | Bij 14 mnd, vanaf cohort 1983 en bij 9 jaar, vanaf cohort 1978 |
Wie hebben mazelen en/of BMR-vaccinaties aangeboden gekregen?
|
|
||
|
Wie hebben rodehond- en/of BMR-vaccinaties aangeboden gekregen?
|
|
Jaar | Wijziging RVP-schema Meningokokken |
Vaccin | Wijziging schema, leeftijden en cohort |
---|---|---|---|
2002 | Meningokokken C (MenC) | MenC | Bij 14 mnd, vanaf 1-6-2001, inhaalcampagne vanaf 1-6-1983 |
2018 | Meningokokken ACWY (MenACWY) | MenACWY | Bij 14 mnd, vanaf 1-5-2018 Tieners: geboren 1-5-2004 t/m 31-12-2004 Uitbraakmaatregel |
2019 en 2020 | Meningokokken ACWY (MenACWY) | MenACWY | Extra vaccinatiecampagne (uitbraakmaatregel) voor cohorten 1-1-2001 t/m 30-4-2004 en cohort 2005 |
2020 | Meningokokken ACWY (MenACWY) | MenACWY | Peuters bij 14 mnd, vanaf 1-1-2020 en cohort 2019 onderdeel van RVP In het jaar dat tiener 14 wordt Vanaf 1-1-2020 en cohort 2006 onderdeel van RVP |
Jaar | Wijziging RVP-schema Pneumokokken |
Vaccin | Wijziging schema, leeftijden en cohort |
---|---|---|---|
2006 | Pneumokokken (Pneu) | Pneu 7-valent | Bij 2, 3, 4 en 11 mnd, vanaf 1-4-2006 |
2011 | Overgang naar 10-valent vaccin | Pneu 10-valent | Vanaf 1-3-2011 |
2013 | 1 dosis minder | Pneu 10-valent |
Bij 2, 4 en 11 mnd, vanaf 27-11-2013 |
2020 | Wijziging tijdstip eerste 2 vaccinaties i.v.m. wijziging schema DKTP-Hib-HepB | Pneu 10-valent | Bij 3, 5 en 11 mnd, Bij start vaccinatie vanaf 1-1- 2020 |
2024 | Vaccinatiemoment van de revaccinatie van 11 naar 12 maand | Pneu 10-valent | Standaardschema: bij 3, 5 en 12 mnd Aangepast schema: bij 2, 3, 5 en 12 mnd vanaf geboortecohort 2024 |
2024 | Overgang naar 15-valent vaccin | Pneu 15-valent | Vanaf medio 2024 |
Jaar | Wijziging RVP-schema HPV |
Vaccin | Wijziging schema, leeftijden en cohort |
---|---|---|---|
2010 | Humaanpapillomavirus (HPV) | HPV 2-valent | Vaccinatieschema T = 0-1-6 maanden rond leeftijd 13 jaar, vanaf cohort 1997 Inhaalcampagne cohorten 1993-1996 |
2014 | 1 dosis minder bij meisjes < 15 jaar | HPV 2-valent | Vaccinatieschema T = 0-6 maanden rond leeftijd 13 jaar, vanaf cohort 2001 |
2022 | HPV-vaccinatie voor jongens en meisjes | HPV 2-valent |
Vaccinatieschema T = 0-6 maanden in jaar dat kind 10 jaar wordt vanaf cohort 2012 Cohort 2009 krijgt vaccinatie in jaar dat tiener 13 wordt. Inhaalcampagne alle 10-18 jarige jongens en ongevaccineerde meisjes uit cohorten 2004, 2006 en 2008 |
2023 | HPV-vaccinatie voor jongens en meisjes: 1 dosis minder bij >> 15 jaar | HPV 2-valent | Vaccinatieschema T = 0-6 maanden is ook voldoende voor 15 jaar en ouder Formeel vanaf 1-1-23 en wordt gedoogd vanaf 31-8-22 |
2023 | Tijdelijke HPV vaccinatiecampagne 18+ | HPV 2-valent | Inhaalcampagne voor de cohorten 1996 t/m 2003 |
2024 | Verlenging tijdelijke HPV vaccinatiecampagne 18+ | HPV 2-valent |
Inhaalcampagne voor de cohorten 1996 t/m 2003 Tot 1-6-2024 |
Jaar | Wijziging RVP-schema Maternale griepvaccinatie |
Vaccin | Wijziging schema, leeftijden en cohort |
---|---|---|---|
2022 | Griepvaccin van 15 oktober tot 1 maart | Influenzavaccin |
Gezonde zwangeren vanaf 22 weken en zwangeren met medische indicatie ongeacht zwangerschapsduur, bij de huisarts, vanaf griepseizoen 2022/2023 |
2023 | Griepvaccin van 15 oktober tot 1 maart | Influenzavaccin |
Gezonde zwangeren vanaf 22 weken, bij de JGZ (Jeugdgezondheidszorg) Zwangeren met medische indicatie ongeacht zwangerschapsduur, bij de huisarts, vanaf griepseizoen 2023/2024 |
Jaar | Wijziging RVP-schema Rotavirusvaccinatie |
Vaccin | Wijziging schema, leeftijden en cohort |
---|---|---|---|
2024 | Rotavirusvaccinatie (Rota) | Rotarix (2 doses) | Bij 6-9 weken en 3 mnd, vanaf cohort 2024 |
Vanaf 1968 is de registratie van vaccinaties geleidelijk ingevoerd. De startdatum van de registratie per regio is te vinden op de pagina Startdata registratie vaccinaties.