Een bijwerking is een ongewenst gevolg van een geneesmiddel of vaccin. Voorbeelden van bijwerkingen zijn lichte koorts of een zere arm. Ook kan de plek van de prik wat rood of dikker worden. Kleine kinderen kunnen wat hangerig zijn en vaker langer huilen. Deze bijwerkingen zijn bijna altijd mild en gaan binnen een paar dagen vanzelf over. Heftige bijwerkingen zijn zeldzaam.
Er wordt voortdurend onderzoek gedaan naar bijwerkingen. Daardoor zijn de meeste bijwerkingen van vaccins bekend. Lees meer hierover op de pagina over onderzoek doen naar bijwerkingen of op de website van Bijwerkingencentrum Lareb. Twijfel je door de bijwerkingen of je je kind wilt laten vaccineren? Kijk dan ook op onze pagina Bij twijfels over vaccinatie.
Kinderen vinden prikken soms eng en vervelend. Dat is heel normaal. Een enkele keerkunnen kinderen van de spanning flauwvallen.
Tips
Praat thuis al over het prikmoment en vertel je kind wat het kan verwachten. Meer tips hiervoor vind je op prosanetwork.com/taalgebruik.
Probeer je kind op een rustige manier af te leiden, maar houd het kind niet tegen om te kijken.
Bij jonge kinderen helpt knuffelen en afleiding voor en na de prik.
Is je kind wel eens flauwgevallen bij een prik?
Laat je kind iets eten voordat het gevaccineerd wordt.
Laat de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van tevoren weten dat je kind al eens eerder is flauwgevallen bij een prik.
Laat je kind liggen tijdens de vaccinatie.
Laat je kind na het vaccineren niet meteen opstaan, maar eerst een tijdje rustig zitten.
De meeste kinderen voelen zich na een vaccinatie even niet lekker. De meeste kinderen krijgen al op de dag van de prik bijwerkingen. Deze duren meestal niet langer dan 1 tot 2 dagen. Bij de prik tegen bof, mazelen en rodehond, de BMR (Bof, Mazelen en rodehond)-vaccinatie, komt een reactie pas na 5 tot 12 dagen. Bijwerkingen ontstaan meestal doordat de vaccinaties het afweersysteem van het lichaam aan het werk zetten. Kijk voor meer informatie op onze pagina Hoe werkt een vaccin,
Neem contact op met de huisarts als je je zorgen maakt. Bijvoorbeeld omdat je kind erg ziek is. Maar ook als de koorts langer dan een paar dagen aanhoudt of hoger is dan 39 graden.
Tips bij bijwerkingen na vaccinatie
Voelt je kind zich niet lekker? Dan helpen de volgende adviezen:
- Bewegen na de vaccinatie helpt om pijn, stijfheid en zwelling van de prikplek te verminderen. Bijvoorbeeld door je kind zittend of liggend fietsende bewegingen te laten maken.
- Heeft je kind na de vaccinatie duidelijke pijn of huilt je baby veel? Overweeg dan om later op de dag van inenting een paracetamol te geven. Lees altijd eerst de bijsluiter van de pijnstiller.
- Is de plek van de prik warm of dik? Koelen kan de pijn en zwelling verminderen. Leg een washand of theedoek die met koud kraanwater nat gemaakt is op de warme gezwollen plek. Gebruik geen ijs, of ice- of coolpacks! Dat kan bevriezing veroorzaken.
- Heeft je kind koorts? Dat is een natuurlijke reactie, maar kan even schrikken zijn. Toch hoef je niet gelijk een paracetamol te geven. Als je dat wel wil, lees dan altijd eerst de bijsluiter van de paracetamol.
- Geef je kind met koorts voldoende drinken om uitdroging te voorkomen.
De bijwerkingen die het vaakst voorkomen na een vaccinatie zijn:
Reacties op de plek van de prik
Na vaccinatie kan de plek van de prik rood of dikker worden. Een enkele keer wordt de hele bovenarm of bovenbeen rood en dikker. Dat ziet er vaak heel erg uit en kinderen kunnen er een paar dagen last van hebben, maar dit gaat vanzelf over. De kans is heel klein dat dit na een volgende vaccinatie nog een keer gebeurt.
Een enkele keer kan er een abces met pus ontstaan. Het is niet bekend of dit komt door het vaccin, het prikken met een naald of een combinatie daarvan. Binnen het Rijksvaccinatieprogramma komt dit maar 5 tot 10 keer per jaar voor.
Een ziek gevoel en koorts
Na een vaccinatie wordt het afweersysteem van je lichaam aan het werk gezet. Lees meer over hoe dat werkt op de pagina over hoe vaccinaties werken. Omdat je afweersysteem wat gaat doen, kun je je na een vaccinatie een beetje ziek voelen en wat koorts krijgen.
Koortsstuip
Koortsstuipen komen regelmatig voor bij kinderen. Het gaat hierbij om koorts die snel oploopt. Je kind kan met armen en benen gaan trekken of buiten bewustzijn raken. Ook na een prik is dit een enkele keer mogelijk. Dit ziet er heel erg uit en daar kun je als ouder flink van schrikken. Gelukkig zijn deze stuipen onschuldig en is er maar een kleine kans op herhaling bij volgende vaccinaties.
Aantal keer gemeld (% van totaal aantal gemelde vermoede bijwerkingen) | ||||
---|---|---|---|---|
Gemelde vermoede bijwerking | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Koorts | 608 (11,2%) | 699 (13,4%) | 821 (11,1%) | 566 (12,2%) |
Ontstekingsreactie op de injectieplaats | 396 (7,3%) | 408 (7,8%) | 489 (6,6%) | 300 (6,5%) |
Huilen | 234 (4,3) | 155 (3,0%) | 295 (4,0%) | 179 (3,9%) |
Hoofdpijn | 77 (1,4%) | 121 (2,3%) | 251 (3,4%) | 128 (2,8%) |
Overgeven | 114 (2,1%) | 131 (2,5%) | 175 (2,4%) | 169 (3,6%) |
Een allergische reactie is een overdreven afweerreactie van ons lichaam op stoffen waar we mee in aanraking komen. Dit hoeft niet heel ernstig te zijn. De meeste allergische reacties veroorzaken alleen wat huiduitslag en/of jeuk. Ernstige allergische reacties door vaccinaties bij kinderen zijn zeer zeldzaam. In Nederland zijn ze nog nooit voorgekomen, voor zover bekend.
Voorbeelden van allergische reacties
Allergische reacties kunnen soms ernstiger worden als het lichaam vaker in contact komt met dezelfde stof waar het lichaam allergisch op reageert. Dan kunnen slijmvliezen opzwellen en krijg je dikke lippen, rode vlekken op de huid en kun je benauwd worden. In heel ernstige gevallen kunnen de bloedvaten groter worden en kan de bloeddruk dalen. We noemen dat een anafylactische reactie. In Nederland is deze ernstige reactie bij kinderen na een vaccinatie van het Rijksvaccinatieprogramma nog nooit voorgekomen.
Allergie voor antibiotica
Heel soms zijn kinderen allergisch voor 1 van de antibiotica die worden gebruikt bij het maken van vaccins. Dat zijn neomycine, streptomycine of polymyxine B. Is je kind hier allergisch voor? Dan moeten de ouders dat melden aan de verpleegkundige of arts voordat de vaccinatie wordt gegeven. In overleg wordt dan bepaald of een vaccinatie verantwoord is.
Antibiotica kunnen heel soms een vertraagde allergische reactie veroorzaken. Deze reacties treden minimaal 4 uur na de vaccinatie op. Een voorbeeld van een vertraagde allergische reactie door een vaccinatie, is jeuk of huiduitslag op de plek van de prik. Deze reacties zijn onschuldig en verdwijnen vanzelf binnen enkele dagen. Denk je dat je kind een vertraagde allergische reactie heeft gehad na een vaccinatie? Meld dit dan een volgende vaccinatie bij de verpleegkundige of arts.
Op de pagina Wat zit er in vaccins staat welke antibiotica worden gebruikt bij de productie van vaccins.
Geen kippenei-eiwit in vaccins
Bij het maken van vaccins voor het Rijksvaccinatieprogramma wordt geen gebruik gemaakt van kippeneieren. De vaccins van het Rijksvaccinatieprogramma kunnen daarom geen resten van kippenei-eiwit bevatten. Kinderen met een allergie voor kippenei-eiwit kunnen dus zonder problemen met deze vaccins worden gevaccineerd.
In de bijsluiters van medicijnen en vaccins worden alle gemelde bijwerkingen vermeld. Dit zijn zowel bewezen bijwerkingen als gebeurtenissen waarvan nog niet duidelijk is of ze worden veroorzaakt door het vaccin. Als er nieuwe (mogelijke) bijwerkingen bekend worden, is de fabrikant verplicht om de bijsluiter aan te passen. De lijst van mogelijke bijwerkingen is daarom vaak heel lang.
Internationale registratie
Bijwerkingen worden ook internationaal bijgehouden en bekeken. Bijwerkingencentrum Lareb werkt hier ook aan mee. Als je een bijwerking hebt na een vaccinatie, dan kun je deze zelf melden bij Lareb. Lareb maakt de gemelde bijwerkingen anoniem, en stuurt deze daarna door naar het Europese Geneesmiddelenbureau (European Medicines Agency) en de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO).
Door de bijwerkingen internationaal te verzamelen, vallen eventuele zeldzame bijwerkingen eerder op. Als het nodig is, worden vaccins of het vaccinatieprogramma hierdoor aangepast of wordt er extra onderzoek gedaan.
Bijwerkingen van vaccins ontstaan meestal door een reactie van het lichaam op het vaccin. In vaccins zitten deeltjes van een virus of een bacterie (dode vaccins), of verzwakte virussen of bacteriën (levend verzwakte vaccins). Zodra deze via het vaccin in je lichaam komen, wil het lichaam ze ‘opruimen’. Op dat moment komt het immuunsysteem in actie. Zo bouwt het lichaam afweer op tegen het virus of de bacterie, maar kun je ook bijwerkingen hebben.
Strenge veiligheidseisen voor vaccinaties
Aan vaccins worden strenge veiligheidseisen gesteld. Voordat een vaccin op de markt komt, is het uitgebreid onderzocht en getest. Net als bij geneesmiddelen wordt er gekeken naar hoe goed een vaccin werkt en hoe veilig het is. Een vaccin wordt veilig gevonden als bijwerkingen die vaak voorkomen mild zijn, en ernstige bijwerkingen zeldzaam zijn.
Ook als een vaccin goedgekeurd en veilig blijkt, gaat het onderzoek naar bijwerkingen door. Juist omdat vaccins worden gegeven aan gezonde kinderen en mensen, kijken de betrokken organisaties extra kritisch naar bijwerkingen.