Infectieziekten zijn ziekten die worden veroorzaakt door bacteriën, virussen, schimmels of parasieten. Dit noemen we ook wel ziekteverwekkers. Er zijn veel onschuldige infectieziekten waar je niet erg ziek van wordt en die vanzelf weer over gaan. Andere infectieziekten kunnen wel gevaarlijk zijn. Daar kun je heel ziek van worden en ernstige gevolgen aan overhouden.

Hoe krijg je een infectieziekte?

Je kunt een infectieziekte krijgen door: 

  • besmet eten of drinken; 
  • het inademen van ziekteverwekkers die in de lucht zweven; 
  • contact met iemand die besmet is; 
  • een besmette wond. 

Vooral jonge kinderen en oudere mensen zijn gevoelig voor infectieziekten. Zij lopen het grootste risico op ernstige gevolgen of zelfs overlijden. Vaccinatie maakt de kans op ernstige ziekte en complicaties kleiner en zorgt ervoor dat gevaarlijke infectieziekten minder voorkomen. 

Waarom zijn infectieziekten gevaarlijk? 

Veel ziekteverwekkers zijn onschuldig, maar een klein deel is gevaarlijk. Ze kunnen je ziek maken en zich makkelijk verspreiden. Gelukkig heeft ons lichaam een afweersysteem dat deze bacteriën of virussen vernietigt als we besmet raken. Daar merk je vaak niets van of je wordt een beetje ziek.

Lees meer over het afweersysteem op de pagina Hoe werkt vaccineren?

Soms kan ons afweersysteem de ziekteverwekker niet goed tegenhouden. Dan kan de ziekteverwekker zich vermenigvuldigen en schade veroorzaken waardoor je ernstig ziek wordt. Deze ernstige ziekten, zoals hersenvliesontsteking of bloedvergiftiging, kunnen zorgen voor blijvende gevolgen. Soms overlijden kinderen hierdoor. Ook voor volwassenen met een slecht afweersysteem kan een infectieziekte erg gevaarlijk zijn, zelfs als ze gevaccineerd zijn. 

Andere gevolgen van infectieziekten 

Er zijn ook andere problemen die kunnen ontstaan bij veel besmettingen. Zo neemt de druk op de zorg toe. Daardoor kunnen andere behandelingen of operaties minder goed worden uitgevoerd. 

Wat kun je doen tegen infectieziekten? 

Als je besmet bent met een infectieziekte, is er behalve uitzieken vaak niet veel tegen te doen. Meestal word je dan na een paar dagen vanzelf beter. Als er wel een behandeling mogelijk is, dan is die vaak zwaar. Je kunt er daarom het beste voor zorgen dat je niet ziek wordt. Dat kan door te vaccineren.

Lees meer op de pagina Hoe werkt vaccineren?  

Bij infectieziekten is er sprake van groepsimmuniteit. Dat betekent dat wanneer veel kinderen zijn gevaccineerd tegen een bepaalde infectieziekte, deze ziekte minder vaak voorkomt. Ook kinderen die niet zijn gevaccineerd, lopen dan minder risico de infectieziekte te krijgen. Ze worden als het ware beschermd door de groep gevaccineerde kinderen. Als bijna alle kinderen zijn gevaccineerd, kan een ziekte zelfs helemaal verdwijnen.  

Daarnaast kun je zelf wel een paar maatregelen nemen. Denk aan handen wassen of afstand houden tot anderen als je ziek bent of anderen dat zijn. Hiermee maak je de kans kleiner dat je ziek wordt, maar helemaal voorkomen lukt meestal niet. 

Tegen welke ziektes wordt gevaccineerd?

Bekijk het overzicht van alle infectieziektes op de pagina Infectieziekten.