De vaccinatie beschermt tegen ernstige gevolgen van een rotavirusinfectie. Het vaccin wordt rond de leeftijd van 6-9 weken en 3 maanden gegeven. De rotavirusvaccinatie is beschikbaar voor kinderen die vanaf 1 januari 2024 worden geboren.
De rotavirusvaccinatie in het kort
Beschermt tegen | rotavirusinfectie |
---|---|
Vaccinatiemomenten | 6-9 weken en 3 maanden |
Beschermingsduur | minimaal 3 jaar |
Meest voorkomende bijwerkingen | kinderen kunnen buikpijn krijgen, buikgriep en koorts |
Bestaand vaccin
De vaccinatie tegen het rotavirus is nieuw in het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland, maar het vaccin is een bestaand vaccin. Het vaccin tegen rotavirus wordt vanaf 2006 in steeds meer landen gebruikt, het aantal ziekenhuisopnames is daar flink gedaald.
Druppels
Het vaccin is een vloeistof en zit in een kleine tube. Kinderen krijgen de vloeistof in de mond gedruppeld. Het is dus geen prik.
De rotavirusvaccinatie zit in meer dan honderd landen in het nationale vaccinatieprogramma (zie overzicht op WHO). Bijvoorbeeld in Oostenrijk, België, Luxemburg, Finland, Duitsland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. Wil je meer weten over het rotavirusvaccin en de vaccinatieschema’s in andere landen? Kijk dan op de websites van ECDC en de WHO.
Na vaccinatie kunnen kinderen buikpijn krijgen, buikgriep, diarree en koorts. Kinderen kunnen ook bloed in de ontlasting krijgen. Er is ook een zeer zeldzame bijwerking bekend: darminvaginatie (zie hieronder).
Koorts staat niet in de bijsluiter van het rotavirusvaccin maar wordt bij Bijwerkingencentrum Lareb wel regelmatig gemeld. Wereldwijd wordt in grote onderzoeken koorts niet vaker gezien bij kinderen die een rotavirusvaccinatie hebben in vergelijking met kinderen die geen rotavirusvaccinatie hebben gehad. Momenteel is koorts daarom geen bijwerking van het rotavirusvaccin en zal Lareb de meldingen over koorts blijven vervolgen. Mocht uw kindje koorts ontwikkelen na rotavirusvaccinatie en jonger zijn dan 3 maanden oud, neem dan contact op met de huisarts.
Bijwerkingen treden op in de eerste twee weken na vaccinatie, meestal gebeurt dit binnen 8 dagen na de toediening. De klachten duren meestal enkele dagen tot een week. Een uitgebreide beschrijving van mogelijke bijwerkingen is te vinden in de bijsluiter van het vaccin.
Voor meer informatie en een overzicht van de meldingen van vermoede bijwerkingen na een rotavirusvaccinatie kun je terecht op de website van Bijwerkingencentrum Lareb. Het gaat bij deze meldingen om een vermoeden van de melder van een bijwerking. De relatie met het vaccin staat dus niet vast. Het kan ook gaan om een lichamelijke reactie die om een andere reden plaatsvindt en die toevallig op hetzelfde moment gebeurt als de vaccinatie.
Darminvaginatie
In de eerste week na vaccinatie is er mogelijk een kleine kans dat een deel van de darmen blokkeren of verdraaien, dit noemen we ‘darminvaginatie’. Dit is goed te behandelen met medische zorg. Behandeling in het ziekenhuis bestaat uit het proberen terug te duwen van de instulping. Soms is een operatie nodig.
Waar moet je als ouder op letten? Het is belangrijk om contact op te nemen met de huisarts als je je zorgen maakt omdat je kind na een vaccinatie heel erg ziek is geworden. Symptomen die mogelijk kunnen wijzen op een darminvaginatie zijn: heftige buikpijn (aanvallen), excessief huilen, benen optrekken, braken, slijmerige/bloederige ontlasting.
Er wordt mogelijk een iets hoger risico op darminvaginatie gezien in de eerste week na vaccinatie, maar er zijn ook onderzoeken die laten zien dat de kans op darminvaginatie niet groter is, of zelfs lager is, na de vaccinatie. In recente studies in andere landen werd geen toename van darminvaginatie gevonden nadat vaccinatie tegen rotavirus in het vaccinatieprogramma werd ingevoerd.
Darminvaginatie komt in Nederland ongeveer 64 keer per jaar bij baby’s spontaan voor (dus zonder vaccinatie en vaak zonder duidelijke oorzaak). De verwachting is dat door rotavirusvaccinatie er maximaal 4 darminvaginaties per jaar bij kunnen komen. Om de kans op darminvaginatie zo klein mogelijk te houden, wordt de eerste vaccinatie bij voorkeur gegeven voordat kinderen de leeftijd van 12 weken hebben bereikt (de tweede vaccinatie is rond de leeftijd van 3 maanden).
Je kind krijgt de vaccinaties op deze leeftijden, om hem/haar zo vroeg mogelijk tegen rotavirus te beschermen en omdat de kans op een ernstige bijwerking dan het kleinst is. Rotavirusinfectie komt vooral voor bij jonge kinderen tot twee jaar.
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de effectiviteit van vaccins tegen het rotavirus. In deze onderzoeken werd gekeken naar het aantal baby’s dat met rotavirus in het ziekenhuis werd opgenomen. Hierin werden baby’s die wel waren gevaccineerd, vergeleken met baby’s die niet waren gevaccineerd. Uit alle onderzoeken bleek dat van de gevaccineerde baby’s, 86-93% minder baby’s met rotavirus in het ziekenhuis kwamen dan van de niet-gevaccineerde baby’s.
Een rotavirusvaccin heeft drie soorten stoffen:
- Werkzame delen: dit zijn dode of verzwakte deeltjes rotavirus. Deze werkzame delen zorgen er voor dat je lichaam weerstand opbouwt tegen het virus waarvoor het vaccin gemaakt is.
- Hulpstoffen verbeteren de werkzaamheid van het vaccin. Hulpstoffen zijn goed onderzocht op veiligheid.
- Reststoffen: zijn stoffen die in het productieproces worden gebruikt voor het kweken van het virus en de bewerking voor gebruik in een vaccin. Deze stoffen worden zoveel mogelijk verwijderd voordat het in de spuit of flacon wordt gedaan. Kleine restjes kunnen achterblijven in het uiteindelijke vaccin. Deze hoeveelheden zijn zo klein, dat ze geen gevolgen hebben voor de gezondheid. In de bijsluiter staat beschreven uit welke bestanddelen rotavirusvaccin precies bestaat.
Op de pagina Wat zit er in vaccins? vind je meer informatie over welke stoffen er in vaccins zitten.
Kinderen die geboren zijn vanaf 1 januari 2024 krijgen de rotavirusvaccinatie gratis via het Rijksvaccinatieprogramma aangeboden.
Is je kind ziek op het moment van de vaccinatie? Neem dan contact op met de organisatie die het vaccin geeft. Vraag of vaccineren verstandig is. Soms wordt de vaccinatie uitgesteld.
Ja, voor sommige kinderen is de rotavirusvaccinatie niet geschikt. Dit geldt onder andere voor kinderen:
- die jonger zijn dan 6 weken. Of kinderen die ouder zijn dan 24 weken (vaccin rotarix) of 32 weken (vaccin RotaTeq).
- met een voorgeschiedenis van darminvaginatie: het in elkaar schuiven van een deel van de darmen
- met een verhoogd risico op darminvaginatie. Bijvoorbeeld een poliep of Meckel’s divertikel
- met een ernstige immuundeficiëntie, zoals (verdenking op) een severe combined immunodeficiency (SCID).
Twijfel je of je je kindje kunt laten vaccineren? Bespreek het met de arts.
Het vaccin Rotarix® is een ‘levend verzwakt vaccin’. Dit betekent dat de natuurlijke ziekteverwekker, het rotavirus, wordt verzwakt. Dit zorgt ervoor dat je kindje niet ziek wordt, maar wel afweer opbouwt tegen het rotavirus. Levend verzwakte vaccins wekken een reactie op in het lichaam. Die lijkt op een sterk afgezwakte vorm van de ziekte. Hierdoor zorgen de vaccins voor goede en lange bescherming.
De staatssecretaris van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) heeft in september 2022 besloten vaccinatie tegen rotavirus op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma. Het besluit is genomen op advies van de Gezondheidsraad (2021).