3.1 De onderbouwing van het RVP en recente wijzigingen van het programma
De minister van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) beslist over de samenstelling van het RVP (Rijksvaccinatieprogramma), daartoe geadviseerd door de Gezondheidsraad. De Gezondheidsraad komt tot haar advies op basis van beoordeling naar de stand van de wetenschap en gegevens over het voorkomen van de doelziekte in Nederland. In 2007 heeft de Gezondheidsraad alle bestaande vaccinaties die op dat moment opgenomen waren in het RVP opnieuw beoordeeld aan de hand van 7 standaardvragen. Deze 7 standaardvragen vormen nog steeds de meetlat waaraan een nieuw vaccin getoetst wordt bij de advisering door de Gezondheidsraad over opname van een vaccinatie in het RVP:
- Gaat het om een ziekte die ernstig is voor individuen en die een omvangrijke groep treft?
- Staat vast dat gebruik van het vaccin tot een aanmerkelijke reductie van de ziektelast leidt?
- Doen eventuele bijwerkingen belangrijke afbreuk aan de te behalen gezondheidswinst?
- Staat de last van de afzonderlijke vaccinatie in redelijke verhouding tot de te behalen gezondheidswinst voor de persoon zelf en de bevolking als geheel?
- Staat de last van het totale vaccinatieprogramma inclusief deze vaccinatie in redelijke verhouding tot de te behalen gezondheidswinst voor de persoon zelf en de bevolking als geheel?
- Is de verhouding tussen kosten en gezondheidswinst gunstig in vergelijking met die van andere mogelijkheden om door vaccinatie of preventie de ziektelast te verminderen?
- Wordt met de keuze voor deze vaccinatie op dit moment een (potentieel) urgent volksgezondheidsbelang gediend?
Hieronder staan de adviezen van de Gezondheidsraad vermeld, die sinds 2007 de onderbouwing voor het RVP vormen en geleid hebben tot aanpassingen van het RVP. Ook andere besluiten met invloed op het RVP worden beschreven.
2007
Het advies van de Gezondheidsraad was in 2007 om de vaccinaties tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, invasieve infecties met Haemophilus influenzae type b, bof, mazelen, rodehond (rubella), invasieve ziekte door meningokokken C en invasieve ziekte door pneumokokken bij kinderen, hepatitis B-vaccinatie voor kinderen van dragers en kinderen van ouders uit risicolanden te handhaven (Gezondheidsraad 2007).
2008
Aan de hand van dezelfde zeven criteria adviseerde de Gezondheidsraad in 2008 vaccinatie tegen humaanpapillomavirus (HPV) te introduceren voor meisjes op de leeftijd van 12 jaar (Gezondheidsraad 2008).
2009
In 2009 adviseerde de Gezondheidsraad vaccinatie van alle zuigelingen tegen hepatitis B, waarmee het apart vaccineren van kinderen van ouders uit risicolanden kwam te vervallen (Gezondheidsraad 2009).
2010
Door het op de markt komen van twee nieuwe pneumokokkenvaccins (PCV 10 en PCV 13) en het verdwijnen van het vaccin dat in het RVP gebruikt werd (PCV 7) bracht de Gezondheidsraad in 2010 een advies uit over de keuze van het pneumokokkenvaccin (Gezondheidsraad 2010). De conclusie was dat met beide vaccins een goede bestrijding van pneumokokkenziekte via het RVP mogelijk was. We gebruiken nu PCV 10-vaccin.
2013
In 2013 bracht de Gezondheidsraad opnieuw advies uit over de pneumokokkenvaccinatie (Spijkerman2013, Gezondheidsraad 2013). Uit onderzoek was gebleken dat bij een hoge vaccinatiegraad en de inmiddels in Nederland opgebouwde groepsbescherming een serie van 3 in plaats van 4 vaccinaties goede bescherming biedt tegen pneumokokkenziekte.
2014
In 2014 is de bijsluitertekst van het HPV-vaccin (Cervarix) gewijzigd: als een meisje voor de 15e verjaardag de eerste vaccinatie krijgt, zijn twee vaccinaties voldoende (Puthanakit 2013, Romanowski 2013).
2015
Eind 2015 heeft de Gezondheidsraad het dossier uitgebracht ‘Vaccinatie tegen kinkhoest: doel en strategie‘. Bij het inentingsbeleid, met de eerste prik rond de leeftijd van twee maanden, blijven de allerjongsten onbeschermd tegen kinkhoest. Tegelijkertijd zijn zij het meest kwetsbaar voor de ziekte en kunnen zij er zelfs aan sterven. De Gezondheidsraad vindt dat effectieve en veilige aanvullende bescherming kan komen van antistoffen via de moeder en adviseert dan ook om zwangere vrouwen tijdens de zwangerschap tegen kinkhoest te vaccineren.
2018
In 2018 is gestart met de MenACWY-vaccinatie. Dit betrof een maatregel om een uitbraak te bestrijden en is daarom niet via de gebruikelijke route van een Gezondheidsraadadvies gegaan, maar op advies van een Deskundigenberaad. De maatregel was daarom ook formeel geen onderdeel van het RVP.
Eind 2018 heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht over opname van de MenACWY-vaccinatie in het RVP in 2020.
Eind 2018 heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht over het vaccinatieschema van zuigelingen na maternale kinkhoestvaccinatie. Als een moeder tijdens de zwangerschap gevaccineerd is, is haar kind vanaf de geboorte ook beschermd. Daardoor kan de eerste vaccinatie worden uitgesteld en het aantal doses in de primaire serie worden verminderd van 3 naar 2.
2019
In 2019 heeft de Gezondheidsraad geadviseerd om ook jongens te vaccineren tegen HPV, omdat infectie met het virus kan leiden tot verschillende vormen van kanker bij jongens en meisjes. Daarnaast is een vaccinatie het meest effectief als het op jonge leeftijd wordt toegediend. Dit advies is in 2021 voorbereid en in 2022 geïmplementeerd. Vanaf 2022 wordt de vaccinatie zowel aan jongens als aan meisjes aangeboden in het jaar dat ze 10 worden.
2020
In oktober 2020 heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht over vaccinatie tegen waterpokken. In Europees Nederland is de ziektelast van waterpokken laag. Vrijwel alle kinderen krijgen voor ze 5 jaar oud zijn waterpokken en de infectie verloopt in verreweg de meeste gevallen zonder complicaties. In Caribisch Nederland is de ziektelast wel hoog genoeg om vaccinatie te overwegen. Omdat vaccinatie effectief en voldoende veilig is, adviseert de commissie deze op te nemen in het RVP op de BES-eilanden.
2021
In juni heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht over vaccinatie tegen rotavirus. De ziektelast door rotavirus-infecties geeft voldoende aanleiding om vaccinatie te overwegen. Universele vaccinatie tegen rotavirus is effectief en leidt tot groepsbescherming. Bij vaccinatie van alleen risicogroepen is de effectiviteit minder duidelijk. Het risico op een darminvaginatie na rotavirus-vaccinatie is uiterst klein. In 2022 heeft het ministerie van VWS besloten de universele vaccinatie tegen rotavirus op te nemen in het RVP en in 2023 wordt de implementatie voorbereid
2022
In augustus 2022 heeft de Gezondheidsraad geadviseerd om bij vaccinatie tegen HPV van mensen van 15 jaar en ouder over te gaan van 3 naar 2 doses. Het effect van vaccinatie met 2 in plaats van 3 doses is voldoende robuust en overtuigend. Voor jongeren tot 15 jaar blijft het aantal doses ongewijzigd: voor deze groep wordt geadviseerd om vast te houden aan 2 doses.
In september heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht over de optimalisatie van het schema van het Rijksvaccinatieprogramma. In 2023 zullen de aanbevelingen uit dit advies verder worden uitgewerkt.
3.2 Historisch overzicht RVP per vaccinsoort
Tabel 3. Historisch overzicht RVP (Rijksvaccinatieprogramma) per vaccinsoort.
Jaar |
Wijziging RVP-schema |
Vaccin |
(wijziging) Schema, leeftijden en cohorten |
---|---|---|---|
DKTP (Difterie, kinkhoest, tetanus, polio), Hib en universele vaccinatie HepB |
|||
1957 |
Start RVP voor alle kinderen t/m 13 jaar Difterie (D) Kinkhoest (K) Tetanus (T) Polio (P) |
DwKT en IPV (los vaccin) |
Bij 3, 4, 5 en 11 mnd en inhaalmogelijkheid bij 4 jaar en 9 jaar |
1962 |
DKTP en P in combinatievaccin |
DwKTP |
|
1965 |
DTP (Difterie, Tetanus en Poliomyelitis)-boostervaccinaties |
DTP |
Bij 4 jaar en 9 jaar |
1993 |
Haemophilus Influenzae type b (Hib) |
Hib (los vaccin) |
Bij 3, 4, 5 en 11 mnd Tegelijk met DKTP vanaf 1-4-1993 |
1999 |
Vervroeging startleeftijd DKTP en Hib |
DwKTP en Hib (los vaccin) |
Bij 2, 3, 4 en 11 mnd vanaf cohort 1999 |
2001 |
K-boostervaccinatie bij 4 jaar |
aK-vaccin (los vaccin) |
Bij 4 jaar tegelijk met DTP vanaf cohort 1998 |
2003 |
DKTP en Hib in combinatievaccin |
DwKTP-Hib |
Vanaf cohort 2003 |
2005 |
Vervanging whole-cell K-component door acellulair K-component |
DaKTP-Hib |
Vanaf cohort 2005 |
2006 |
DKTP-boostervaccinatie bij 4 jaar combinatievaccin |
DaKTP |
Bij 4 jaar |
2011 |
HepB voor alle kinderen in combinatievaccin met DaKTP en Hib |
DaKTP-Hib-HepB |
Bij 2, 3, 4 en 11 mnd vanaf 1-8-2011 |
2012 |
Advies eerste vaccinaties zo vroeg mogelijk te geven ( 6-9 weken) i.v.m. kinkhoest |
DaKTP-Hib-HepB |
Bij 2 mnd |
2020 |
Kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap |
DKT (Difterie Kinkhoest Tetanus ) |
Vanaf 22 weken zwangerschap vanaf 16-12-2019 |
2020 |
Na maternale K-vaccinatie een vaccinatie minder voor de zuigeling (onder voorwaarden). |
DaKTP-Hib-HepB |
Standaard schema: bij 3, 5 en 11 mnd |
Hepatitis B |
|||
1989 |
HepB voor risicokinderen: kinderen van hepatitis B-dragers |
HepB (+ HepB-Ig bij geboorte) |
Bij 3, 4, 5 en 11 mnd (In Amsterdam bij 0, 1 en 6 mnd) vanaf cohort 1989 |
2003 |
Wijziging schema |
Bij 2, 4 en 11 mnd (in Amsterdam bij 0, 1 en 6 mnd) |
|
2003 |
HepB ook voor kinderen van ouders uit endemische landen |
||
2006 |
Combinatievaccin met DaKTP en Hib |
DaKTP-Hib-HepB |
Bij 2, 3, 4 en 11 mnd vanaf 1-4-2006 (In Amsterdam bij 0, 1 en 6 mnd tot okt. 2010) |
2006 |
HepB-0 voor kinderen van HepB- dragers |
HepB (+ HepB-Ig) |
Binnen 48 uur na geboorte |
2008 |
HepB voor kinderen met trisomie 21 |
DaKTP-Hib-HepB |
Bij 2, 3, 4 en 11 mnd heel NL |
2011 |
HepB voor alle kinderen (zie DKTP, Hib en universele vaccinatie HepB 2011) |
DaKTP-Hib-HepB |
Bij 2, 3, 4 en 11 mnd vanaf cohort 1-8-2011 (heel NL) |
2020 |
Twee schema’s naar aanleiding van implementatie maternale K-vaccinatie |
DaKTP-Hib-HepB |
Standaard schema: bij 3, 5 en 11 mnd |
Bof, mazelen, rodehond |
|||
1974 |
Rodehond (R) voor meisjes |
Los rubellavaccin |
Vaccinatie meisjes 11 jaar vanaf cohort 1963 |
1976 |
Mazelen (M) |
Los mazelen-vaccin |
Bij 14 mnd vanaf cohort 1975 |
1987 |
Bof (B) |
BMR-combinatievaccin |
Bij 14 mnd vanaf cohort 1983 en bij 9 jaar vanaf cohort 1978 |
Wie hebben mazelen en/of BMR-vaccinaties aangeboden gekregen?
|
Wie hebben rodehond- en/of BMR-vaccinaties aangeboden gekregen?
|
||
Meningokokken |
|||
2002 |
Meningokokken C (MenC) |
MenC |
Bij 14 mnd Vanaf 1-6-2001, inhaalcampagne vanaf 1-6-1983 |
2018 |
Meningokokken ACWY (MenACWY) |
MenACWY |
Bij 14 mnd Vanaf 1-5-2018 |
2019 en 2020 |
Meningokokken ACWY (MenACWY) |
MenACWY |
Extra vaccinatiecampagne (uitbraakmaatregel) voor cohorten 1-1-2001 t/m 30-4-2004 en cohort 2005 |
2020 |
Meningokokken ACWY (MenACWY) |
MenACWY |
Peuters bij 14 mnd vanaf 1-1-2020 en cohort 2019 onderdeel van RVP |
Pneumokokken |
|||
2006 |
Pneumokokken (Pneu) |
Pneu 7-valent |
Bij 2, 3, 4 en 11 mnd vanaf 1-4-2006 |
2011 |
Overgang naar 10-valent vaccin |
Pneu 10-valent |
Vanaf 1-3-2011 |
2013 |
1 dosis minder |
Pneu 10-valent |
Bij 2, 4 en 11 mnd vanaf 27-11-2013 |
2020 |
Wijziging tijdstip eerste 2 vaccinaties i.v.m. wijziging schema DKTP-Hib-HepB |
Pneu 10-valent |
Bij 3, 5 en 11 mnd |
HPV |
|||
2010 |
Humaanpapillomavirus (HPV) |
HPV 2-valent |
Vaccinatieschema T=0-1-6 maanden rond leeftijd 13 jaar |
2014 |
1 dosis minder bij meisjes <15 jaar |
HPV 2-valent |
Vaccinatieschema T=0-6 maanden rond leeftijd 13 jaar |
2022 |
HPV-vaccinatie voor jongens en meisjes |
HPV 2-valent |
Vaccinatieschema T=0-6 maanden in jaar dat kind 10 jaar wordt vanaf cohort 2012. Cohort 2009 krijgt vaccinatie in jaar dat tiener 13 wordt. Inhaalcampagne alle 10-18 jarige jongens en ongevaccineerde meisjes uit cohorten 2004, 2006 en 2008. |
2023 |
HPV-vaccinatie voor jongens en meisjes: 1 dosis minder bij >> 15 jaar |
HPV 2-valent |
Vaccinatieschema T=0-6 maanden is ook voldoende voor 15 jaar en ouder. Formeel vanaf 1-1-23 en wordt gedoogd vanaf 31-8-22 |
2023 |
Tijdelijke HPV vaccinatiecampagne 18+ |
HPV 2-valent |
Inhaalcampagne voor de cohorten 1996 t/m 2003 |
Vanaf 1968 is de registratie van vaccinaties geleidelijk ingevoerd. De startdatum van de registratie per regio is te vinden op de pagina Startdata registratie vaccinaties.