Algemene vragen

1. Waar krijgen asielzoekerskinderen het RVP aangeboden?
2. Een asielzoekerskind heeft een verblijfsstatus gekregen en is in de gemeente geplaatst. Waar vind ik de vaccinatiegegevens?

Vragen over vaststellen vaccinatiestatus en maken vaccinatieplan

3. Wie is verantwoordelijk voor het beoordelen van de vaccinatiestatus en het maken van het vaccinatieplan?
4. Waar kan ik het vaccinatieprogramma van een land vinden?
5. Wat betekent de toevoeging ‘conj’ die bij sommige vaccinaties staat op de WHO-site?
6. Wat betekent de toevoeging ‘afhankelijk van de beschikbaarheid van het vaccin’?
7. Wat betekenen de afkortingen op vaccinatiebewijzen of op de WHO-site?
8. Wat betekenen de termen tri-/quatro-/penta-/hexa-valent vaccin?
9. Wat doe ik als ik de precieze data van gegeven vaccinaties niet kan achterhalen?
10. Op het buitenlandse vaccinatiebewijs staan vaccinaties die voor de geboortedatum zijn toegediend. Hoe kan dat?
11. Wat is het vaccinatieschema in Syrië en welke aandachtspunten zijn er hierbij?
12. Wanneer kan RIVM-DVP ondersteunen bij het maken van het vaccinatieplan?
13. Hoe vertaal ik een buitenlands vaccinatiebewijs?

Vragen over aanvullende RVP Rijksvaccinatieprogramma (Rijksvaccinatieprogramma)-vaccinaties en andere programma’s

14. Worden er ook maternale vaccinaties gegeven in de asielzoekerscentra?
15. Vinden er nog meer programma’s van het RIVM plaats in het AZC?
16. Tot wanneer kan de hielprik worden afgenomen?
17. Is een BMR-0 nodig voor een asielzoekerskind dat inmiddels een (tijdelijke)verblijfstatus heeft en in de gemeente woont?
18. Worden kinderen in asielzoekerscentra ook opgeroepen voor groepsvaccinaties?
19. Wat zijn aandachtspunten met betrekking tot vaccinatie als moeder of vader drager is van hepatitis B?

Vragen over vergoeding en registratie

20. Moet ieder (voormalig) asielzoekerskind een internationaal vaccinatiebewijs krijgen?
21. Hoe komt de JGZ-organisatie aan internationale vaccinatiebewijzen (gele boekjes)?
22. Worden alle RVP-vaccinaties van nieuwkomers vergoed?

Algemene vragen


1. Waar krijgen asielzoekerskinderen het RVP Rijksvaccinatieprogramma (Rijksvaccinatieprogramma) aangeboden?

Asielzoekerskinderen komen Nederland binnen via de centrale opvanglocaties in Ter Apel of Budel. Omdat het de bedoeling is dat de kinderen hier slechts kort verblijven, wordt hier meestal nog niet gestart met het RVP. 

Na de centrale opvanglocatie worden de kinderen opgevangen in een andere opvanglocatie van het COA. Vanaf daar doen de PGA-jeugdarts en -verpleegkundige een uitgebreidere intake en wordt met het RVP gestart.

2. Een asielzoekerskind heeft een verblijfsstatus gekregen en is in de gemeente geplaatst. Waar vind ik de vaccinatiegegevens?

Vanaf het moment dat een kind een verblijfsstatus krijgt en in een gemeente wordt geplaatst, verschuift de zorg van de PGA-JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg) naar de reguliere JGZ. In principe zijn het vaccinatieplan en de gegeven vaccinaties in het DD JGZ te vinden. Ook heeft het kind mogelijk al een RVP-vaccinatiebewijs.

Soms ontbreekt de overdracht vanuit PGA-JGZ, of is het vaccinatieplan nog niet gemaakt of nog niet opgestuurd en verwerkt bij het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). De jeugdarts heeft dan geen beschikking over alle vaccinatiegegevens. Vraag, in afwachting van het RVP-vaccinatiebewijs, aan de ouders naar het gele vaccinatieboekje. Als het kind inmiddels een BSN Burger Service Nummer (Burger Service Nummer) heeft, kan de status opgevraagd worden via de koppeling DD JGZ en Praeventis.

De vaccinaties kunnen ook in het groeiboekje genoteerd zijn. En men kan altijd contact opnemen met een medewerker van het regiokantoor RIVM-DVP om te vragen of daar meer bekend is over de vaccinatiestatus van het kind. Het COA-zorgnummer blijft altijd bij het kind en kan helpen bij het achterhalen van de status in Praeventis.

Soms is de asielprocedure zo snel geweest, dat er nog geen vaccinatie-intake door de jeugdarts van de PGA is gedaan. De reguliere jeugdarts moet dan alsnog de vaccinatiestatus beoordelen en een vaccinatieplan maken. Gebruik hiervoor het vaccinatiestatus en -opdrachtformulier en stuur dit op naar RIVM-DVP.  

Vragen over vaststellen vaccinatiestatus en maken vaccinatieplan


3. Wie is verantwoordelijk voor het beoordelen van de vaccinatiestatus en het maken van het vaccinatieplan?

De jeugdarts blijft altijd eindverantwoordelijk voor de individuele vaccinatieschema’s, ook als deze in diens opdracht door een jeugdverpleegkundige opgesteld worden.

4. Waar kan ik het vaccinatieprogramma van een land vinden?

  • Ga naar de WHO Immunization Data Tool
  • Selecteer bij All Countries> het betreffende land 
  • Klik daaronder op het vaccinatieschema van het land
  • Tip voor de leesbaarheid: klik op “Hide Empty Colums”
  1. Je ziet dan welke vaccins op welke leeftijd worden gegeven. Ook kun je zien of dat voor de algemene bevolking geldt of alleen bij risicogroepen. 
  2. Door op de naam van het vaccin te klikken, zie je waar de afkorting voor staat. Bijvoorbeeld bij DTaPHibIPV verschijnt dan ‘Diphteria and tetanus toxoid with acellular pertussis, Hib and IPV vaccine’. 
  3. Cave: P=pertussis

Deze site laat niet zien hoe een vaccinatieschema er meerdere jaren geleden uitzag. Bij All Topics > ‘vaccine introduction’ kun je wel per land opzoeken in welk jaar een bepaald vaccin geïntroduceerd werd.

5. Wat betekent de toevoeging ‘conj’ die bij sommige vaccinaties staat op de WHO-site?

Er zijn verschillende soorten vaccins tegen pneumokokken en meningokokokken: geconjugeerde vaccins en polysaccharidevaccins. Polysaccharidevaccins zijn niet geschikt voor gebruik onder de leeftijd van 2 jaar, werken minder goed en minder lang. In Nederland maken we gebruik van geconjugeerde vaccins, die al bij zuigelingen gebruikt kunnen worden. Deze worden vaak aangeduid met de toevoeging ‘conj’. Bij twijfel over welk soort vaccin is gegeven, kan men beter opnieuw vaccineren met geconjugeerd vaccin. 

6. Wat betekent de toevoeging ‘afhankelijk van de beschikbaarheid van het vaccin’?

Soms staat bij bepaalde vaccins ‘afhankelijk van de beschikbaarheid van het vaccin’. Hiermee wordt bedoeld dat er ofwel een combinatievaccin (bijvoorbeeld) DKTP Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Poliomyelitis (Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Poliomyelitis )-Hib-HepB wordt gebruikt, ofwel dat er wordt gevaccineerd met een combinatievaccin met minder componenten en daarnaast losse vaccinaties (bijvoorbeeld polio- en/of hepB-vaccins). 

7. Wat betekenen de afkortingen op vaccinatiebewijzen of op de WHO-site?

Internationale afkortingen van vaccincomponenten

 

Afkorting Ziekte

Difterie 

aP/wP 

Kinkhoest (Pertussis) 

T/TT/ 

Tetanus 

Td 

Tetanus en difterie 

IPV/OPV 

Polio (i.m./oraal) 

Hib 

Haemophilus influenzae b  

HepB 

Hepatitis B 

Pneumo_conj/ PCV 

Pneumokokken (geconjugeerd)  

MMR  

BMR Bof, Mazelen en rodehond (Bof, Mazelen en rodehond )(Bof, Mazelen en rodehond ) (Mumps, Measles, Rubella)  

MenC_conj  

Meningokokken C (geconjugeerd)  

HPV Humaan Papillomavirus (Humaan Papillomavirus )(Humaan Papillomavirus ) 

Humaan Papilloma Virus

8. Wat betekenen de termen tri-/quatro-/penta-/hexa-valent vaccin?

Dit betekent dat het vaccin respectievelijk 3/4/5/6 vaccincomponenten bevat, maar geeft niet aan welke componenten dit zijn. Het ene penta-vaccin is dus het andere niet. 
Je kan een zoekmachine gebruiken om de bijsluiter van het vaccin op te zoeken. Daarin staat altijd welke vaccincomponenten het vaccin bevat.

9. Wat doe ik als ik de precieze data van gegeven vaccinaties niet kan achterhalen?

Bij het ontbreken van vaccinatiepapieren kan de jeugdarts op basis van o.a. de anamnese een professionele inschatting maken of bepaalde vaccinaties al wel zijn gegeven. Vaak is het dan niet mogelijk de precieze data te achterhalen. Vul dan op het vaccinatiestatus en -opdrachtformulier fictieve data in, waarvan je het waarschijnlijk acht dat die vaccinaties rondom die tijd zijn gegeven en geef daarbij aan dat het fictieve data zijn.

Je kunt in plaats van fictieve data ook de leeftijden vermelden waarop de vaccinaties zijn gegeven (bijvoorbeeld: 2 maanden, 4 jaar, etc). De (fictieve) data/leeftijden zijn nodig om de vaccinaties te kunnen invoeren in het centrale registratiesysteem Praeventis, en daarmee de juiste vaccinatiestatus van het kind te tonen. Vaccinaties van fictieve data worden ingevoerd als ‘gegevens verstrekt door ouders’. 

10. Op het buitenlandse vaccinatiebewijs staan vaccinaties die voor de geboortedatum zijn toegediend. Hoe kan dat?

Hier zijn verschillende verklaringen voor mogelijk:

  • De islamitische jaartelling is anders dan de onze en kent geen schrikkelmaanden. Overigens gebruiken veel islamitische landen wel de universele jaartelling die wij ook gebruiken.
  • Kinderen kunnen zijn verwisseld.
  • Het kan een administratieve fout zijn.

Vraag aan de ouders wat de oorzaak zou kunnen zijn. Als je ervan overtuigd bent dat dit kind de vaccinaties op het vaccinatiebewijs wel gehad heeft, pas dan de vaccinatiedata aan zodat het klopt.

De geboortedatum kan niet makkelijk worden aangepast. Vermoed je dat de geboortedatum echt niet klopt? Bijvoorbeeld omdat:

  • de groeicurve niet klopt;
  • het interval met broers/zussen niet klopt;
  • de gegevens niet kloppen met gegevens van gemeente (BSN Burger Service Nummer (Burger Service Nummer)) of Registratieschil (PGA).

Dan moeten ouders/kind via de IND de geboortedatum laten aanpassen. Neem dan contact op met het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) om uit te leggen dat de geboortedatum veranderd is, zodat vaccinaties niet afgekeurd worden.

11. Wat is het vaccinatieschema in Syrië en welke aandachtspunten zijn er hierbij?

Sinds het uitbreken van de oorlog in 2011 is de vaccinatiegraad in Syrië gedaald. Het vaccinatieschema van Syrië op de website van de WHO is de laatste jaren elk jaar veranderd. De anamnese is dus erg belangrijk om de vaccinatiestatus te beoordelen.

Algemene aandachtspunten bij kinderen uit Syrië zijn:

  • Als een kind tot en met 18 maanden alle vaccinaties in Syrië heeft gehad (en dus al die tijd goede toegang had tot gezondheidszorg en vaccinaties), dan is het kind basisimmuun voor DKTP en Hib.
  • De boostervaccinaties die in Nederland worden gegeven, werden/worden in Syrië niet op een gelijkwaardige wijze gegeven. Bij kinderen vanaf ongeveer 3½ jaar, die basisimmuun zijn, is daarom vaak een boostervaccinatie geïndiceerd. Zie inhaalschema 10.6.
  • Als er ook een HepB is geïndiceerd, en/of als er ook maar enige twijfel is over de basisimmuniteit, kan een DKTP-Hib-HepB gegeven worden.
  • In het Syrische schema zit al geruime tijd de BMR(Bof, Mazelen en rodehond )-1 bij 12 maanden en de BMR-2 bij 18 maanden. Als deze daadwerkelijk allebei gegeven zijn, vervalt de indicatie voor onze BMR-2. Als er ook maar enige twijfel over bestaat, is het advies om laagdrempelig toch een BMR-2 te geven. We weten namelijk dat de immuunstatus tegen mazelen bij volwassen asielzoekers niet altijd optimaal is en in Nederland mazelenepidemieën af en toe voorkomen.
  • In Syrië wordt niet standaard tegen pneumokokken gevaccineerd, dus kinderen onder de 2 jaar moeten dit vaccin nog krijgen.
  • In Syrië wordt niet meer standaard gevaccineerd tegen MenACWY, dus ook dit vaccin moet worden ingehaald. Eerder werd er in Syrië pas op 6- of 12-jarige leeftijd tegen gevaccineerd en waarschijnlijk met een polysaccharidevaccin. Ook bij deze kinderen is het advies om in Nederland een vaccinatie tegen MenACWY te geven.

12. Wanneer kan RIVM-DVP ondersteunen bij het maken van het vaccinatieplan?

Met de volgende bronnen kan de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)-professional in principe zelf een vaccinatieplan opstellen:

Blijven er toch problemen bestaan? Of ontbreken er gegevens? Neem dan contact op met de medisch adviseur van het regiokantoor RIVM-DVP voor ondersteuning bij het maken van het plan.

13. Hoe vertaal ik een buitenlands vaccinatiebewijs?

Leg het vaccinatieschema van het land (zie website WHO) naast het vaccinatiebewijs, en probeer op die manier de vaccinaties en data te vertalen. Ouders kunnen hier vaak goed bij helpen. Je kunt ook een foto-applicatie op je telefoon gebruiken om de vaccinaties te vertalen.

Vragen over aanvullende RVP-vaccinaties en andere programma’s


14. Worden er ook maternale vaccinaties gegeven in de asielzoekerscentra?

Ja. De werkwijze in de reguliere zorg is het uitgangspunt. De verloskundige zal de zwangere verwijzen naar de PGA-JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg). Daar vindt een intakegesprek plaats en worden de maternale vaccinaties aangeboden. 

15. Vinden er nog meer programma’s van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) plaats in het AZC?

Ja. De reguliere zwangerschapsscreening op hepatitis B, syfilis en hiv vindt plaats via de verloskundige. De hielprik wordt ook uitgevoerd op de asielzoekerscentra en wordt gedaan door de screeners.

16. Tot wanneer kan de hielprik worden afgenomen?

De hielprik kan worden afgenomen tot het kind 6 maanden oud is. Daarna wordt de hielprik niet meer zinvol geacht, omdat de ziektes waarop gescreend wordt inmiddels tot uiting zouden zijn gekomen.

17. Is een BMR Bof, Mazelen en rodehond (Bof, Mazelen en rodehond )-0 nodig voor een asielzoekerskind dat inmiddels een (tijdelijke) verblijfstatus heeft en in de gemeente woont?

Procedureel heeft het kind recht op deze vaccinatie, maar medisch-inhoudelijk is de noodzaak waarschijnlijk niet groot. De vaccinatie wordt vooral aangeboden omdat op asielzoekerscentra veel mensen bij elkaar wonen met een onzekere immuunstatus. Dat geldt minder voor wonen in een gemeente. De jeugdarts maakt daarover een inschatting op basis van de individuele situatie, eventueel in overleg met de medisch adviseur. 

18. Worden kinderen in asielzoekerscentra ook opgeroepen voor groepsvaccinaties?

Heeft het kind een actief dossier in Praeventis en valt het binnen de doelgroep van de groepsvaccinatie? Dan wordt het automatisch opgeroepen voor de groepsvaccinatie. Voor asielzoekerskinderen geldt dat zij een actief Praeventis-dossier hebben als:

  • Het vaccinatiestatus en -opdrachtformulier bij het RIVM-DVP is binnengekomen en is verwerkt, of
  • Er twintig weken na registratie in het COA-bestand geen vaccinatiestatus en -opdrachtformulier is binnengekomen. RIVM-DVP maakt dan een dossier aan en gaat uit van een ongevaccineerd kind.
  • Het kind een BSN Burger Service Nummer (Burger Service Nummer) heeft gekregen.

Het volgende is hierbij belangrijk om te weten:

  • De selectie van kinderen voor een groepsvaccinatie wordt ongeveer zes weken vóór de eerste groepsvaccinatie in het werkgebied gedaan. Dit zijn zes weken vanwege de selectieprocedure, de tijd van het drukwerk, en de folder die ruim twee weken vooraf aan de uitnodiging wordt verstuurd. Vaccinatiegegevens die na het maken van de selectie nog bij het RIVM-DVP binnenkomen, zijn niet verwerkt in de groepsvaccinatie-oproep.
  • Het kan gebeuren dat het vaccinatiestatus en -opdrachtformulier en de vaccinatiekaarten van toegediende vaccinaties nog niet naar het RIVM zijn verstuurd. Het kind wordt dan opgeroepen voor de groepsvaccinatie, terwijl het de vaccinatie kort daarvoor al heeft gekregen.
  • Ook kan het voorkomen dat een paar weken na een groepsvaccinatie de aldaar gegeven vaccinaties nog niet zijn verwerkt in Praeventis.
  • Houd daarom bij het opstellen van inhaalschema’s voor deze kinderen rekening met de groepsvaccinaties in de regio en stem dit zo goed mogelijk af.
    • Stem af of je de vaccinaties, die normaliter via groepsvaccinaties worden gegeven, zelf geeft of dat het kind deze tijdens de groepsvaccinatie haalt. 
      • N.B. Dit vergt dan wel een duidelijke instructie aan ouders/kind en mogelijke samenwerkingspartners als het COA, GZA en Nidos, want het is niet mogelijk de oproep voor de groepsvaccinatie te blokkeren.
    • Vraag bij groepsvaccinatiesessies en inhaalvaccinatiemomenten altijd na of het kind de afgelopen weken nog is gevaccineerd.
    • Start niet met vaccineren tijdens een groepsvaccinatie als er geen vaccinatieopdracht in het EKD zit. Er heeft dan nog geen vaccinatiegesprek plaatsgevonden, en de status en het plan voor het kind zijn nog niet in kaart gebracht.

19. Wat zijn aandachtspunten met betrekking tot vaccinatie als moeder of vader drager is van hepatitis B?

Hepatitis B is overdraagbaar via bloed. Iemand kan hepatitis B oplopen bij de bevalling, maar ook door het delen van tandenborstels of scheermesjes. Daarom is aandacht voor hepatitis B binnen een gezin met een hepatitis B-drager belangrijk. 

Als hepatitis B-dragerschap voor het eerst wordt aangetoond met bloedonderzoek in Nederland, is dit meldingsplichtig. Bij de melding zal de afdeling Infectieziektebestrijding van de GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) bron- en contactonderzoek instellen. Dan wordt het gezin ook ingelicht over preventiemaatregelen. 

Asielzoekers worden niet gescreend op hepatitis B bij binnenkomst in Nederland en dragerschap komt niet altijd aan het licht bij de medische screening. Het is dus altijd verstandig te vragen naar dragerschap van hepatitis B bij ouders van asielzoekerskinderen. Als een of beide ouders drager blijken te zijn, is het advies om navraag te doen bij de afdeling Infectieziektenbestrijding van de GGD over de te volgen procedure. Doe dit in samenspraak met ouders. 

Als moeder chronisch hepatitis B-drager is 

Wereldwijd is verticale overdracht van het virus door geïnfecteerde zwangeren op hun kinderen de belangrijkste oorzaak van transmissie van hepatitis B, vooral tijdens de bevalling. Bij zwangeren in Nederland wordt op hepatitis B gescreend (PSIE programma). Het advies is om bij pasgeborenen van moeders die hepatitis B-drager zijn direct na de geboorte zowel hepatitis B-immunoglobuline als een hepatitis B-vaccinatie toe te dienen. Daarnaast zijn de volgende punten belangrijk:

  • Deze kinderen volgen een aangepast vaccinatieschema (2-3-5-12 maanden). 
  • Er moet een serologische controle plaatsvinden met bepaling van anti-HBs én HBsAg vier tot zes weken na de laatste hepatitis B-vaccinatie. Dit ter controle van de respons op de vaccinatie en om uit te sluiten dat het kind toch besmet is. 

Als vader hepatitis B-drager is

Als de vader van het kind hepatitis B-drager is, is het extra belangrijk om de hepatitis B-vaccinatieserie helemaal af te ronden. Er wordt geen titercontrole na de laatste vaccinatie geadviseerd. 

Vragen over vergoeding en registratie


20. Moet ieder (voormalig) asielzoekerskind een internationaal vaccinatiebewijs krijgen?

Het internationale vaccinatiebewijs (gele boekje) is van belang als een kind mogelijk niet in Nederland blijft wonen. Daarom is het goed om voor asielzoekerskinderen die nog in de procedure zitten, het gele boekje in te vullen. Ook voor kinderen die in de gemeente geplaatst zijn, maar met een tijdelijke verblijfsvergunning, is het gele boekje handig.

Kinderen met een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd ontvangen van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) een RVP Rijksvaccinatieprogramma (Rijksvaccinatieprogramma)-vaccinatiebewijs. Voor hen is een internationaal vaccinatiebewijs niet nodig. Hebben de ouders het vaccinatiebewijs nog niet ontvangen? Noteer dan zo mogelijk de vaccinaties in het groeiboekje.

21. Hoe komt de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)-organisatie aan internationale vaccinatiebewijzen (gele boekjes)?

Internationale vaccinatiebewijzen zijn te bestellen via sdu.nl. De kosten hiervoor zijn opgenomen in de PGA-vergoedingen.

22. Worden alle RVP-vaccinaties van nieuwkomers vergoed?

Ja. Alle vaccinaties binnen het RVP worden vergoed zodra de registratie binnen is, mits het RVP voor de achttiende verjaardag is begonnen en binnen een redelijke termijn kan worden afgerond.