Vaccins tegen bof, mazelen en rodehond (BMR (Bof, Mazelen en rodehond)) zijn vanaf de jaren 80 in gebruik. Er is dus al heel veel bekend over de veiligheid van BMR-vaccins en hoe goed de vaccins werken.
Hoe goed het BMR-vaccin werkt
In 2020 werd een overzicht gepubliceerd over hoe goed de BMR (Bof, Mazelen en rodehond)-vaccins werken. Hierin zijn 51 studies bekeken waar in totaal 10 miljoen kinderen aan meededen (Di Pietrantonj et al. 2020 (Di Pietrantonj, Rivetti, Marchione, Debalini, Demicheli, Vaccines for measles, mumps, rubella, and varicella in children (2020)) ). De bescherming tegen mazelen na 1 BMR-prik bleek 95% te zijn. Na 2 prikken was de bescherming ongeveer 96%. De bescherming tegen bof was na 1 BMR-vaccinatie 72%. Na 2 prikken steeg dit naar 86%. Voor rodehond lag de bescherming na 1 BMR-prik op 89% en bij 2 prikken 95%.
Duur bescherming
De bescherming tegen mazelen en rodehond is waarschijnlijk levenslang. Voor bof weten we dat de bescherming na 2 prikken niet levenslang is. Soms komen er kleine uitbraken van bof voor onder jong volwassenen, ondanks dat ze volledig gevaccineerd zijn (Sane et al. 2014 (Sane, Gouma, Koopmans, de Melker, Swaan, van Binnendijk, Hahne, Epidemic of mumps among vaccinated persons, the Netherlands, 2009-2012 (2014)) ). Mensen die bof krijgen en 2 keer een BMR-vaccinatie hebben gehad, hebben wel minder kans op de complicaties van bof. Denk aan een ontsteking van de zaadbal (orchitis).
Bescherming vervroegde BMR-prik
Normaal krijgen kinderen de eerste BMR-prik na de 1e verjaardag. Soms wordt gekozen om die prik al voor de 1e verjaardag te geven. Dit noemen we ook wel een vervroegde BMR. Dit kan verstandig zijn als ouders met het kind naar een land gaan waar nog veel mazelen voorkomt. Ook kan dit het advies zijn bij een mazelenuitbraak, zoals in 2013-2014 in Nederland (Knol et al. 2013 (Knol, Urbanus, Swart, Mollema, Ruijs, van Binnendijk, Wierik, de Melker, Timen, Hahne, Large ongoing measles outbreak in a religious community in the Netherlands since May 2013 (2013)) ). Tijdens deze uitbraak is onderzoek gedaan naar hoe goed deze vervroegde BMR-prik iv werkte. De bescherming lag toen op 71%.
Onderzoeken naar bijwerkingen en veiligheid
De meningokokken C-vaccinatie is in 2002 toegevoegd aan het RijksvaccinatieprogrammaVP. Deze wordt gegeven bij 14 maanden, samen met de BMR-vaccinatie. Toen de meningokokkenprik werd ingevoerd, zijn de bijwerkingen van deze 2 vaccinaties weer onderzocht v. 29% van de kinderen had geen klachten in de 5 tot 12 dagen na de prikken. Dat is de periode dat er klachten te verwachten zijn van een BMR-vaccinatie. In deze periode had 32% van de kinderen koorts.
Tijdens de mazelenuitbraak in 2013-2014 zijn ook de bijwerkingen van de vervroegde BMR-vaccinatie bekeken vi. Van de kinderen had 6% lokale verschijnselen, 36% algemene verschijnselen zoals sufheid, koorts, huilerig, vlekjes of slaperigheid. Kinderen van 6-8 maanden oud die de vervroegde BMR-prik kregen, hadden minder vaak klachten dan oudere kinderen.
In Nederland is Bijwerkingencentrum Lareb een onderzoek gestart onder 0-12 maanden oude kinderen. Ouders van deze kinderen krijgen een uitnodiging om de bijwerkingen na de DKTP-Hib-HepB–vaccinaties en pneumokokkenvaccinaties op te schrijven. Ook wordt hen gevraagd een vragenlijst in te vullen over bijwerkingen van de BMR – en meningokokkenprik (MenACWY) bij 14 maanden en de DKTP (Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Poliomyelitis)-vaccinatie bij 4 jaar. Zo onderzoekt Lareb hoe vaak bijwerkingen voorkomen en hoe groot de kans is dat kinderen bijwerkingen hebben na verschillende vaccinaties.
Veiligheid van BMR-vaccinatie
Hetzelfde onderzoek waarin hoe goed de BMR-vaccins werken is onderzocht, keek ook naar de veiligheid vii. In dit stuk zijn 87 onderzoeken met in totaal 13 miljoen kinderen meegenomen. Voor peuters, die een BMR-vaccinatie krijgen, werd aangetoond dat er een licht verhoogd risico is op een koortsstuip. Dit geldt ook voor idiopathische trombocytopenische purpura (ITP; bloeduitstortinkjes door tijdelijk tekort aan bloedplaatjes). Deze ITP kan ook voorkomen na een infectie met bof, mazelen of rodehond. De kans op ITP is groter na een infectie dan na een BMR-prik. In het overzicht werd geen hoger risico gevonden voor hersenontsteking, autisme of chronische darmziekten.
In 1998 publiceerde de Engelse arts Andrew Wakefield en een aantal collega’s een onderzoek over een mogelijk verband tussen mazelenvaccinatie (de BMR (Bof, Mazelen en rodehond)-vaccinatie) en darmziekten en autismeWakefield et al. 1998 (Wakefield, Murch, Anthony, Linnelll, Casson, al., Ileal-lymphoid-nodular hyperplasia, non-specific colitis, and pervasive developmental disorder in children (1998)) . Dit was een klein onderzoek waar maar 12 kinderen aan mee hadden gedaan. Maar kort daarna bleek uit een Fins onderzoek dat dit verband er niet was. In dit onderzoekPeltola et al. 1998 (Peltola, Patja, Leinikki, Valle, Davidkin, Paunio, No evidence for measles, mumps, and rubella vaccine-associated inflammatory bowel disease or autism in a 14-year prospective study (1998)) is gekeken naar alle Finse kinderen die de BMR-prik ooit hadden gekregen. Dat waren er toen 3 miljoen. Een verband met autisme of darmziekten is niet gevonden. Ook in andere grote onderzoeken kwam geen link tussen BMR-vaccinatie en darmziekten of autisme naar vorenTaylor et al. 2002 (Taylor, Miller, Lingam, Andrews, al., Measles, mumps, and rubella vaccination and bowel problems or developmental regression in children with autism: population study (2002)) .
Uiteindelijk trok het tijdschrift waarin Wakefields onderzoek is gepubliceerd, het artikel terug. Experts vonden namelijk dat de artsen met een onderzoek onder 12 kinderen dat verband niet betrouwbaar konden laten zien. Ook bleken de resultaten vervalst en was er sprake van belangenverstrengeling. Wakefield werd namelijk betaald door advocaten van ouders die graag wilden bewijzen dat hun kind autisme had ontwikkeld door het BMR-vaccin. Uiteindelijk moest Wakefield zijn artsentitel inleveren.
Bewaken van de veiligheid
In Nederland controleert het Bijwerkingencentrum Lareb de veiligheid en bijwerkingen. Daar kun je ook mogelijke bijwerkingen melden. De meldingen van mogelijke bijwerkingen na BMR (Bof, Mazelen en rodehond)-vaccinatie worden beschreven in de jaarlijkse rapporten over bijwerkingen na RVP-vaccinaties die Lareb schrijft.