Er is veel onderzoek gedaan naar de 22 wekenprik. In Nederland geven we hiervoor de DKT (Difterie Kinkhoest en Tetanus )-vaccinatie. In andere landen krijgen zwangeren een DKTP (Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Poliomyelitis )-vaccinatie. Er bestaat geen los kinkhoestvaccin.
Door het onderzoek weten we veel over de overdracht van antistoffen van moeder naar kind. Ook is bekend hoe goed dit vaccin werkt en hoe veilig het is. Op deze pagina lees je daar meer over.
Overdracht van antistoffen van moeder naar kind
Van 2014 tot en met 2016 deed het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) onderzoek naar de overdracht van antistoffen van moeder naar kind (Barug et al., 2020 (Barug, Berbers, van Houten, Kuijer, Pronk, Knol, Sanders, Rots, Infant antibody levels following 10-valent pneumococcal-protein D conjugate and DTaP-Hib vaccinations in the first year of life after maternal Tdap vaccination: An open-label, parallel, randomised controlled trial (2020)) ). Een groep moeders werd gevaccineerd toen ze 30 tot 33 weken zwanger waren. Er was ook een controlegroep moeders, die toen geen prik kregen. De kinderen van beide groepen moeders kregen de eerste DKTP (Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Poliomyelitis )-Hib-HepB-vaccinatie bij 3 maanden. De kinderen van de gevaccineerde moeders hadden vóór hun eigen vaccinaties bij 3 maanden nog veel antistoffen tegen kinkhoest. De andere kinderen hadden op dat moment heel weinig antistoffen tegen kinkhoest.
Door dit onderzoek adviseerde de Gezondheidsraad dat kinderen van gevaccineerde moeders een prik minder kunnen krijgen en bij 3 maanden kunnen starten met hun eigen vaccinaties. De kinderen moeten dan wel op tijd zijn geboren. Kinderen die te vroeg zijn geboren of waarvan de moeder mogelijk minder antistoffen heeft overgedragen, krijgen ook al een prik als ze 2 maanden zijn. Ook kinderen van moeders die de 22 wekenprik niet hebben gehaald, krijgen een prik als ze 2 maanden oud zijn. Dit is ingevoerd op 1 januari 2020.
Hoe goed werkt de 22 wekenprik
In veel landen is onderzocht hoe goed het vaccin werkt. Hieruit blijkt dat de kinkhoestprik tijdens de zwangerschap de baby in de eerste 3 maanden goed beschermt (90% of meer) (Vygen-Bonnet et al., 2020 (Vygen-Bonnet, Hellenbrand, Garbe, von Kries, Bogdan, Heininger, Röbl-Mathieu, Harder, Safety and effectiveness of acellular pertussis vaccination during pregnancy: a systematic review (2020)) ).
Engeland was het eerste land waar zwangere vrouwen op grote schaal een kinkhoestvaccinatie aangeboden kregen. In het begin was het advies om zwangere vrouwen vanaf ongeveer 28 weken te vaccineren. Uit de resultaten bleek dat de bescherming bij op tijd geboren kinderen heel goed was, maar veel minder bij te vroeg geboren kinderen (Byrne et al., 2018 (Byrne, Campbell, Andrews, Ribeiro, Amirthalingam, Hospitalisation of preterm infants with pertussis in the context of a maternal vaccination programme in England (2018))
). Waarschijnlijk komt dit doordat als het kind te vroeg wordt geboren (voor 37 weken), er te weinig tijd is voor overdracht van antistoffen van moeder naar kind. In Engeland is toen besloten om de kinkhoestprik al vanaf het tweede trimester aan te bieden, liefst na de 20 weken echo. Vanaf dat moment waren ook te vroeg geboren kinderen goed beschermd als de moeder tijdens de zwangerschap een kinkhoestvaccinatie had gekregen
(Abu-Raya, 2021 (Abu-Raya, Impact of Extending the Timing of Maternal Pertussis Vaccination on Hospitalized Infant Pertussis in England, 2014–2018 (2021))
).
Geen effect op bescherming bij nieuw moment
Het nieuwe moment waarop zwangere vrouwen zich konden laten vaccineren, had geen negatief effect op de bescherming van de baby tegen kinkhoest. Die bleef hoog (Amirthalingam et al., 2023 (Amirthalingam, Campbell, Ribeiro, Stowe, Tessier, Litt, Fry, Andrews, Optimization of Timing of Maternal Pertussis Immunization From 6 Years of Postimplementation Surveillance Data in England (2023)) ). Ook ging de vaccinatiegraad omhoog, omdat zwangere vrouwen langer de tijd hadden om de prik te gaan halen. Daarom koos Nederland er ook voor om deze prik aan te bieden in het tweede trimester, vanaf 22 weken. Bij een prik minder dan 2 weken voor de bevalling, werkt de prik veel minder goed dan als de vaccinatie eerder wordt gegeven.
Hoe veilig is de 22 wekenprik
In veel landen is onderzocht of het krijgen van de kinkhoestprik tijdens de zwangerschap veilig is. Uit deze onderzoeken blijkt dat deze vaccinatie veilig is voor moeder en kind (Vygen-Bonnet et al., 2020 (Vygen-Bonnet, Hellenbrand, Garbe, von Kries, Bogdan, Heininger, Röbl-Mathieu, Harder, Safety and effectiveness of acellular pertussis vaccination during pregnancy: a systematic review (2020)) ).
Bijwerkingen na vaccinatie
Uit onderzoeken blijkt dat zwangere vrouwen niet meer bijwerkingen krijgen na een kinkhoestprik dan niet-zwangere vrouwen. Verreweg de meeste bijwerkingen bij zwangere vrouwen waren mild en gingen binnen een paar dagen weer over. Het gaat dan bijvoorbeeld om een rode, dikke of pijnlijke arm op de plek van de prik, koorts, spierpijn of hoofdpijn. Meerdere vaccinaties kort na elkaar zorgden niet voor meer of ernstiger bijwerkingen. Ook maakt het voor de hoeveelheid en ernst van bijwerkingen niet uit of een zwangere vrouw de vaccinatie vroeg of laat in de zwangerschap kreeg (Immink et al., 2023 (Immink, Kemmeren, Broeders, Bekker, de Melker, Sanders, van der Maas, Reactogenicity and safety of second trimester maternal tetanus, diphtheria and acellular pertussis vaccination in the Netherlands (2023)) ).
Veilig voor moeder en kind
De veiligheid van deze prik tijdens de zwangerschap op langere termijn is ook onderzocht. Dit gebeurde in 14 onderzoeken, waar meer dan 1,4 miljoen zwangere vrouwen aan meededen. Daaruit bleek dat de kans op negatieve gevolgen voor de zwangerschap niet groter is na de vaccinatie.
Zo was er tijdens de zwangerschap geen hoger risico op een miskraam, hoge bloeddruk, zwangerschapsvergiftiging, groeivertraging of een laag geboortegewicht. Ook was er geen hoger risico op een vroeggeboorte, veel bloedverlies, inleiden van de bevalling of kunstverlossingen (zoals met een tang). Wel werd er in een paar onderzoeken iets meer risico gevonden op ontstoken vliezen. Als de vliezen van een zwangere ontstoken zijn, zorgt dat voor een hoger risico op vroeggeboorte. Maar in deze studies werd niet gevonden dat vrouwen vaker een vroeggeboorte kregen door de 22 wekenprik.
Bewaken van de veiligheid
Alle landen houden de veiligheid en bijwerkingen van vaccinaties in de gaten. In Engeland kunnen zwangere vrouwen sinds 2012 de kinkhoestprik halen. Al meer dan 2,7 miljoen vrouwen hebben daar de prik gekregen. De Medicines and Healthcare products Regulatory Agency (MHRA) is de organisatie die de veiligheid van medicijnen en vaccinaties in Engeland bewaakt. Bij de MHRA zijn geen bijzondere of negatieve veiligheidssignalen gemeld.
Bijwerkingencentrum Lareb
In Nederland controleert Bijwerkingencentrum Lareb de veiligheid en bijwerkingen. Daar kun je ook mogelijke bijwerkingen melden. Meedoen aan onderzoek naar de veiligheid van de prik kan ook via Lareb. Via Moeders van Morgen doet Lareb onderzoek naar het gebruik van geneesmiddelen tijdens de zwangerschap. Lareb schreef in 2020 een rapport over de meldingen van mogelijke bijwerkingen na de kinkhoestprik voor zwangere vrouwen. Vanaf 2021 staan de meldingen van mogelijke bijwerkingen over deze prik in de jaarrapporten die Lareb schrijft over bijwerkingen na RVP (Rijksvaccinatieprogramma)-vaccinaties.