Wat is de bof?

De bof wordt veroorzaakt door een virus, dat zich via de lucht verspreidt. Mensen kunnen elkaar besmetten via niezen en hoesten. De ziekte veroorzaakt een ontsteking van de speekselklier bij het oor. Voor de invoering van een vaccinatie tegen de bof kreeg ongeveer 96% van de mensen de bof. Hersenvliesontsteking en doofheid kwamen destijds als gevolg van de bof regelmatig voor.  In 1987 is de BMR Bof, Mazelen en rodehond (Bof, Mazelen en rodehond)-vaccinatie ingevoerd. Kinderen krijgen 2 vaccinaties, met 14 maanden en op negenjarige leeftijd. 

Verschijnselen van de bof?

Illustratie van kind met bof

Meestal verloopt de bof zonder ernstige complicaties. Bij meer dan de helft van de kinderen jonger dan 2 jaar merk je zelfs niet dat ze ziek zijn. Word je ziek, dan begint dat met koorts. Daarna kunnen spierpijn en hoofdpijn ontstaan. Vaak is er alleen een infectie van de bovenste luchtwegen. Typisch voor de bof is een ontsteking van de speekselklieren. Je krijgt dan aan één of beide kanten een dikke wang. De vergrote speekselklier veroorzaakt pijn, vooral als je je mond open doet. Ook oorpijn komt vaak voor. De dikke wang verdwijnt na ongeveer een week. Dan is de ziekte over.
Soms ontstaan complicaties en leidt de bof tot hersenvliesontsteking of ontsteking van de alvleesklier, een zaadbal en bijbal of een eierstok.

Hoe loop je de bof op?

Het bofvirus verspreidt zich gemakkelijk van persoon tot persoon. Een bofpatiënt kan door niezen en hoesten iemand anders besmetten. Ook via handen of bijvoorbeeld speelgoed kan het virus zich verspreiden. Als je besmet bent, kan het 2 tot 3 weken duren voordat je ziek wordt. Je kunt al anderen besmetten voordat je ziek wordt.

Wie krijgt de bof?

De meeste kinderen in Nederland zijn tegen de bof ingeënt. Deze inentingen beschermen niet voor 100%. Ook volwassen kunnen de bof krijgen. Zelfs als ze zijn ingeënt. Die kans is echter klein. Bij gevaccineerde mensen zijn de ziekteverschijnselen wel veel milder. Als je eenmaal de bof hebt gehad, is de kans heel klein dat je het nog een keer krijgt. Het verloopt dan nooit ernstig.

De bof in Nederland

Vroeger maakte ongeveer 85% van de mensen op kinderleeftijd de bof door en kregen elk jaar 300 tot 800 kinderen en volwassenen hersenvliesontsteking veroorzaakt door de bof. Daarom is in 1987 de inenting tegen de bof opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Deze geeft bij meer dan 90% van de ingeënte mensen persoonlijke bescherming. Nu komt de ziekte bijna niet meer voor. Figuur 1 toont het aantal bofmeldingen in Nederland van 1976-2020. 

Bof tijdens coronapandemie

In 2020 waren er veel minder meldingen van de bof. Dit komt mogelijk  door de maatregelen om verspreiding van het coronavirus te beperken.

Figuur 1. Meldingen van de bof per jaar in Nederland van 1976-2020. 
*Tussen 1999 en 2008 was er geen meldingsplicht voor de bof.

Behandeling van de bof

Er is geen behandeling voor de bof. Als je het hebt moet je lichaam het virus zelf opruimen.

Inenting tegen de bof

Het bofvaccin zit samen met het mazelen- en rodehondvaccin verwerkt in het BMR Bof, Mazelen en rodehond (Bof, Mazelen en rodehond)-vaccin. Het vaccin bestaat uit zwak gemaakte bofvirussen. Het zorgt er voor dat je na vaccinatie geen ernstige bof meer kunt krijgen. Het bofvaccin werkt niet voor 100%. Na vaccinatie is er nog een kleine kans om de bof te krijgen, maar de kans op ernstige ziekte met complicaties is dan minimaal. De eerste inenting werkt bij ongeveer 90% van de kinderen. Na twee vaccinaties is meer dan 95% van de kinderen beschermd. Voor een goede bescherming is het belangrijk dat het vaccinatieschema helemaal gevolgd wordt.
Het BMR-vaccin wordt gegeven in het Rijksvaccinatieprogramma op de leeftijd van 14 maanden en 9 jaar. De eerste BMR-inenting krijgen kinderen op het consultatiebureau, de tweede bij de GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) of het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).