Wat is tetanus?

Tetanus, ook wel kaakklem of wondkramp genoemd, wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium tetani. Zodra de bacterie, die bijvoorbeeld in straatvuil zit, in een open wond(je) komt, kan iemand een tetanusinfectie oplopen. Sinds 1954 krijgen kinderen een inenting tegen tetanus, 3 keer voor hun eerste verjaardag en als ze 4 en 9 jaar oud zijn.

Verschijnselen van tetanus

Tetanus kan leiden tot een verkramping van de kaakspieren (kaakklem), slikklachten en ademhalingsproblemen. Door beschadiging van spier- en zenuwstelsel kunnen botbreuken, hoge bloeddruk en hartritmestoornissen ontstaan. Als je besmet bent, duurt het meestal 6 tot 15 dagen voordat je ziek wordt, maar het kan ook enkele maanden duren. Vaak krijg je eerst last van rusteloosheid, geprikkeldheid en hoofdpijn. Daarna treedt verkramping van de spieren op. Zonder behandeling is tetanus dodelijk. Omdat de bacterie snel werkt en de gifstof de grootste problemen veroorzaakt, helpen antibiotica niet. Daarom is preventie door vaccinatie belangrijk.

Hoe loop je tetanus op?

De tetanusbacterie kun je oplopen als straatvuil in een open wondje komt. Ook door een dierenbeet van een huisdier zoals een konijn of een cavia kan iemand tetanus krijgen. Mensen kunnen elkaar niet met tetanus besmetten. De bacterie maakt een gifstof die het lichaam via het bloed kan binnendringen en via zenuwen naar de hersenen gaat.

Wie krijgt tetanus?

Iedereen die niet gevaccineerd is tegen tetanus kan een besmetting oplopen en ziek worden. Omdat bijna iedereen in Nederland tegen tetanus is ingeënt, komt de ziekte hier bijna niet meer voor. Mensen die veel met dieren of vuil werken, zoals boeren, dierenartsen en vuilnisophaalmedewerkers hebben meer risico om tetanus op te lopen.

Tetanus in Nederland

Voordat vaccinatie tegen tetanus werd ingevoerd, stierven in Nederland elk jaar zo’n 50 mensen aan de ziekte. Na de introductie van de vaccinatie in 1953 daalde het aantal sterfgevallen tot bijna nul. Sinds 1957 is de vaccinatie tegen tetanus onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma. In Nederland krijgt nu een heel enkele keer een kind tetanus. Dat betreft dan vaak een ongevaccineerd kind met een relatief kleine verwonding. Kinderen met grote wonden worden in het ziekenhuis vaak al extra gevaccineerd als er sprake is van een risicovolle wond. In de periode 2009-2020 zijn 16 tetanuspatiënten gemeld. In 2011 is voor het laatst een sterfgeval door tetanus gemeld. Figuur 1 toont het aantal tetanusmeldingen in Nederland van 1952-2020. 

Figuur 1. Meldingen van tetanus van 1952-2020. 

Bron: Osiris

* Voor de jaren 1999-2008 zijn geen gegevens bekend omdat tetanus toen niet meldingsplichtig was.
 

Behandeling van tetanus

Als er een vermoeden is van een tetanus-besmetting en iemand heeft niet de volledige serie tetanus-inentingen gehad, moeten kant-en-klare antistoffen tegen tetanus (tetanusimmunoglobine) worden toegediend voor directe bescherming en wordt gestart met een serie vaccinaties. Dit biedt ongeveer 10 jaar bescherming tegen de ziekte. Bij een diepe wond waarin vuil is gekomen is het daarom verstandig een nieuwe inenting te halen als de laatste vaccinatie meer dan 10 jaar geleden is.

Inenting tegen tetanus

De tetanusvaccinatie in het rijksvaccinatieprogramma zit verwerkt in de combinatie vaccins DKTP Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Poliomyelitis (Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Poliomyelitis)-HepB-hib, DKTP en DTP Difterie, Tetanus en Poliomyelitis (Difterie, Tetanus en Poliomyelitis). Kinderen krijgen deze inenting 3 keer voor de eerste verjaardag. Vier- en negenjarigen krijgen de prik nogmaals.

Omdat het gif van de bacterie snel werkt, heeft het afweersysteem na infectie niet de tijd om antistoffen tegen de bacterie aan te maken. De antistoffen moeten al kant-en-klaar aanwezig zijn in het bloed. De vaccinaties voor kinderen wordt gegeven op het consultatiebureau en bij de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg) of GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) op 9-jarige leeftijd.